Translation of "Einladung" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Einladung" in a sentence and their dutch translations:

- Ich habe seine Einladung angenommen.
- Ich habe ihre Einladung angenommen.

- Ik heb haar uitnodiging aanvaard.
- Ik heb zijn uitnodiging aanvaard.

- Sie lehnte die Einladung ab.
- Sie hat die Einladung ausgeschlagen.

Ze weigerde de uitnodiging.

- Vielen Dank für die Einladung.
- Vielen Dank für Ihre Einladung.

- Erg bedankt voor de uitnodiging.
- Bedankt voor uw uitnodiging.
- Heel erg bedankt voor uw uitnodiging.
- Heel erg bedankt voor jullie uitnodiging.
- Heel erg bedankt voor jouw uitnodiging.

Danke für die Einladung!

Bedankt voor de uitnodiging.

- Er nahm ihre Einladung nicht an.
- Er hat ihre Einladung nicht angenommen.

Hij nam hun uitnodiging niet aan.

Vielen Dank für die Einladung.

- Bedankt voor de uitnodiging.
- Erg bedankt voor de uitnodiging.

Wir nahmen seine Einladung an.

- We accepteerden zijn uitnodiging.
- We namen zijn uitnodiging aan.

Ich habe eine Einladung bekommen.

Ik kreeg een uitnodiging.

Ich habe seine Einladung angenommen.

Ik heb zijn uitnodiging aanvaard.

Ich habe ihre Einladung angenommen.

Ik heb haar uitnodiging aanvaard.

Sie lehnte die Einladung ab.

Ze weigerde de uitnodiging.

Habt ihr die Einladung erhalten?

Hebt u de uitnodiging ontvangen?

Ich werde deine Einladung gerne annehmen.

Ik zal jouw uitnodiging graag aannemen.

Ich habe die Einladung nicht bekommen.

Ik heb geen uitnodiging gekregen.

Seiko nahm die Einladung zum Abendessen an.

Seiko aanvaardde de uitnodiging voor het avondeten.

- Wenn ich Zeit hätte, würde ich seine Einladung annehmen.
- Wenn ich Zeit hätte, nähme ich seine Einladung an.

Als ik tijd had zou ik zijn uitnodiging aannemen.

Ich habe seine Einladung erhalten, sie aber nicht angenommen.

Ik heb van hem een uitnodiging gekregen, maar ik accepteerde ze niet.

Wenn ich Zeit hätte, würde ich seine Einladung annehmen.

Als ik tijd had zou ik zijn uitnodiging aannemen.

- Danke für die Einladung!
- Danke, dass du mich eingeladen hast!

Ik ben dankbaar voor de uitnodiging.

Ich kann die Einladung nicht annehmen, da ich eine andere Verpflichtung habe.

Ik kan de uitnodiging niet aannemen want ik heb een andere verplichting.

Robert war so beschäftigt, dass er eine Einladung zum Golfspielen ablehnen musste.

Robert was zo druk dat hij een uitnodiging om te gaan golfen van de hand moest wijzen.

Alle meine Freunde, denen ich eine Einladung geschickt hatte, sind zur Party gekommen.

Alle vrienden aan wie ik een uitnodiging gestuurd heb, zijn op het feest gekomen.

Ich habe von ihm eine Einladung erhalten, aber ich habe sie nicht angenommen.

Ik heb van hem een uitnodiging gekregen, maar ik accepteerde ze niet.

Es tut mir leid, aber ich habe strikte Anweisung, niemanden ohne Einladung hereinzulassen. Wenn ihr keine habt, müsst ihr draußen bleiben.

Het spijt me, maar ik heb strikte bevelen om niemand binnen te laten zonder een uitnodiging. Als jullie er geen hebben, moeten jullie buiten blijven.