Examples of using "Decke" in a sentence and their dutch translations:
Dek de tafel!
Dek de tafel alsjeblieft.
Waar is de deken?
Ik dek de tafel wel.
Ze keek omhoog naar het plafond.
Ken vouwde het laken in twee.
Kun jij het plafond aanraken?
Hij verfde het plafond blauw.
Hij verfde het plafond blauw.
Breng mij een deken alstublieft.
Ze wikkelde zich in de deken.
Ik zag een vlieg op het plafond.
Ik heb een vlieg gezien op het plafond.
Hij verfde het plafond blauw.
Hij stootte zijn hoofd tegen het plafond.
Ik zag een vlieg op het plafond.
Er ligt een mooie deken op het bed.
De kathedraal had een religieus schilderij op het plafond.
Ze stond op een ladder, en verfde het plafond.
Ik ben gevoelig voor kou. Mag ik nog een deken hebben?
Ik ben gevoelig voor kou. Mag ik nog een deken hebben?
En kijk... ...een streep licht daarboven.