Translation of "Barcelona" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Barcelona" in a sentence and their dutch translations:

- Wir gingen nach Barcelona.
- Wir fuhren nach Barcelona.
- Wir sind nach Barcelona gegangen.
- Wir sind nach Barcelona gefahren.

We gingen naar Barcelona.

Barcelona liegt in Spanien.

Barcelona ligt in Spanje.

Wir sind auf der Reise nach Barcelona.

We reizen naar Barcelona.

- Barcelona ist die Hauptstadt Kataloniens und zweitgrößte Stadt Spaniens.
- Barcelona ist die Hauptstadt von Katalonien und die zweitgrößte Stadt Spaniens.

Barcelona is de hoofdstad van Catalonië en de op één na grootste stad van Spanje.

- Barcelona ist die Hauptstadt Kataloniens und zweitgrößte Stadt Spaniens.
- Barcelona ist die Hauptstadt von Katalonien und die zweitgrößte Stadt Spaniens.
- Barcelona ist die Hauptstadt von Katalonien und die zweitgrößte Stadt in Spanien.

Barcelona is de hoofdstad van Catalonië en de op één na grootste stad van Spanje.

Ich wurde am 23. März 1969 in Barcelona geboren.

Ik ben geboren op 23 maart 1969, in Barcelona.

Barcelona ist die Hauptstadt von Katalonien und die zweitgrößte Stadt Spaniens.

Barcelona is de hoofdstad van Catalonië en de op één na grootste stad van Spanje.

Barcelona ist die Hauptstadt von Katalonien und die zweitgrößte Stadt in Spanien.

Barcelona is de hoofdstad van Catalonië en de op één na grootste stad van Spanje.