Examples of using "Aufgeregt" in a sentence and their dutch translations:
Ben je nerveus?
Tom is enthousiast.
- Ben je opgewonden?
- Heb je daar zin in?
- Ben je nerveus?
We waren zeer enthousiast.
Zij leek opgewonden.
Tom leek behoorlijk opgewonden.
Hij is nerveus en opgewonden.
- Tom is schichtig.
- Tom is enthousiast.
- Tom is opgewonden.
- Tom is onrustig.
Waarom is iedereen zo opgewonden?
Ze was verrukt door zijn aanwezigheid.
Tom leek behoorlijk opgewonden.
Tom klonk niet zo opgewonden als Mary.
Dus hoewel ik heel blij was dat deze paring begon...
Ik was zo opgewonden dat ik niet in slaap kon vallen.
Bij mijn eerste ontmoeting met Betty was ik zenuwachtig.
Ik heb geen enkel idee waarom zij zo kwaad geworden is.
We waren zo opgewonden dat we niet stil konden zitten.
...een menselijke vriend die zwaait en blij is je te zien.
Als kind was ik de dag voor een schoolreisje erg opgewonden en kon ik niet slapen.