Translation of "Anwesend" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Anwesend" in a sentence and their dutch translations:

Sei anwesend.

Wees aanwezig.

Tom ist anwesend.

Tom is aanwezig.

- Alle Mitglieder des Kabinetts waren anwesend.
- Alle Kabinettsmitglieder waren anwesend.

Alle kabinetsleden waren aanwezig.

- Nicht alle Schüler waren anwesend.
- Nicht alle Studenten waren anwesend.

Niet alle studenten waren aanwezig.

Alle Mitglieder waren anwesend.

Alle leden waren aanwezig.

Alle Schüler sind anwesend.

Alle studenten zijn aanwezig.

Jedes Clubmitglied war anwesend.

Elk lid van de club was aanwezig.

Vierzig Leute waren anwesend.

Veertig mensen waren aanwezig.

Keiner von ihnen ist anwesend.

Geen van hen is aanwezig.

Es waren mindestens hundert Leute anwesend.

Minstens 100 mensen waren aanwezig.

Niemand war bei dem Treffen anwesend.

- Niemand was bij de bijeenkomst aanwezig.
- Niemand was bij de vergadering aanwezig.

Nicht das gesamte Personal war anwesend.

Niet al het personeel was aanwezig.

- Beide waren bei der Versammlung nicht anwesend.
- Sie waren beide in der Sitzung nicht anwesend.

Ze waren beiden niet aanwezig op de vergadering.

- Vierzig Leute kamen.
- Vierzig Leute waren anwesend.

Veertig mensen kwamen.

Ich war in der Schule gestern anwesend.

Ik was gisteren op school aanwezig.

Weder er noch seine Frau waren anwesend.

Noch hij noch zijn vrouw waren er.

Es waren dreißig Leute bei der Versammlung anwesend.

- Er waren dertig mensen aanwezig bij de bijeenkomst.
- Er waren dertig mensen aanwezig bij de vergadering.

- Ich werde da sein.
- Ich werde anwesend sein.

Ik zal er zijn.

- Vierzig Leute waren anwesend.
- Vierzig Leute waren da.

Veertig mensen waren aanwezig.

- Alle Schüler waren da.
- Alle Studenten waren anwesend.

Alle studenten waren daar.

Nicht alle Mitglieder waren gestern auf der Versammlung anwesend.

Niet alle leden waren aanwezig op de vergadering gisteren.

So etwas sollst du nicht sagen, wenn Kinder anwesend sind.

Dat soort dingen moet je niet zeggen als er kinderen in de buurt zijn.

über Möglichkeiten für soziale Interaktion, ohne physisch anwesend zu ein.

...over manieren om deel te nemen aan sociale kringen zonder er lichamelijk te zijn.

- Alle Schüler waren da.
- Alle Studenten waren da.
- Alle Studenten waren anwesend.

- Alle studenten waren daar.
- Alle studenten waren aanwezig.

- So etwas sollst du nicht sagen, wenn Kinder anwesend sind.
- So etwas sollte man in der Anwesenheit von Kindern nicht sagen.

Dat soort dingen moet je niet zeggen als er kinderen in de buurt zijn.