Examples of using "ängstlich" in a sentence and their dutch translations:
Tom ziet er niet bang uit.
Je klinkt bang.
Hij is erg bang van honden.
Angstig wachtte hij op zijn zoon.
En dan keert het zich om en is erg bang.
- Tom ziet er bang uit.
- Tom kijkt bang.
Tom is erg verlegen.
Zij is erg verlegen.
Hij is erg bang van honden.
- Tom lijkt ongerust.
- Tom lijkt angstig.