Examples of using "Ville»" in a sentence and their dutch translations:
- Ik hou van jouw stad.
- Ik hou van jullie stad.
Ik hou van deze stad.
- Ik woon in de stad.
- Ik woon in een stad.
De stad slaapt.
- Ik hou van uw stad.
- Ik hou van jouw stad.
- Ik hou van jullie stad.
Ik hou van deze stad.
Ik woon in de stad.
De stad lag te slapen.
Ik ga naar het stadscentrum.
Het stadscentrum is het hart van de stad.
Ik woon in een stad.
Ik zal je de stad laten zien.
Ik zal je de stad laten zien.
- In welke stad woon jij?
- In welke stad woon je?
Ik kom uit de stad.
Hoe is de beoogde stad?
om onze stad te transformeren.
'de grote stad', Constantinopel.
Ik woon in de stad.
Hij zal naar de stad gaan.
Dit is een historische stad.
Ik ga naar de stad.
Jullie stad is prachtig.
Ze slapen in de stad.
Je stad is prachtig.
Ik zal je de stad laten zien.
Ik ga naar het stadscentrum.
Waar is het stadscentrum?
En dit is geen informele stad of pop-up stad.
Hij is de stad uit.
Tel Aviv is een mooie stad.
De stad is vol toeristen.
Vrienden, buren, familie, mijn gemeenschap:
Ik noem dit de Kinetische Stad.
In het hart van zijn stad.
...is het tijd om naar de stad te gaan.
Rome is een oude stad.
Napels is een pittoreske stad.
De stad raakte in verval.
De stad was erg druk.
Tokio is een grote stad.
- Tom is naar de stad gegaan.
- Tom ging naar de stad.
- Tom ging naar het centrum.
- Tom is naar het centrum gegaan.
Ze wonen in deze stad.
Hij woont in een havenstad.
Detroit is een gevaarlijke stad.
Ik wil in de stad wonen.
Berlijn is een Duitse stad.
Rome is een Italiaanse stad.
Ik woon in een grote stad.
Ik wil naar de stad gaan.
Alma-Ata is mijn lievelingsstad!
Hoe bevalt deze stad u?
Ik ga naar het stadscentrum.
Gdansk is een Poolse stad.
Boston is een geweldige stad.
Jij gaat in de stad wonen.
- In welke stad woon jij?
- In welke stad woon je?
Boston is een grote stad.
Ik woon in een stad.
Boston is een geweldige stad.
Is jouw stad bekend?
Ik ben in de stad.
De stad raakte in verval.
Venetië is een romantische stad.
Florence is een mooie stad.
Ik zal je de stad laten zien.
Hoe bevalt deze stad u?
Hij is de stad uit.
Ik zal je de stad laten zien.
Leven in de stad beviel haar niet.
Dit is de stad waarover ik je verteld heb.
Het park bevindt zich in het stadscentrum.
Dit is de stad waarover ik je verteld heb.
Het park bevindt zich in het stadscentrum.
Deze stad wordt het Japanse Denemarken genoemd.
Kijk goed naar het stadsplan.