Examples of using "Dort" in a sentence and their dutch translations:
- De baby is aan het slapen.
- De zuigeling slaapt.
De baby is aan het slapen.
Maria slaapt veel.
- De kat slaapt.
- De kattin slaapt.
Hij slaapt.
Tom slaapt.
Ze slaapt.
Het kind is aan het slapen.
Slaapt hij?
Tom slaapt naakt.
Hij slaapt diep.
- Slaapt hij?
- Slaapt ze?
- Hij slaapt waarschijnlijk.
- Waarschijnlijk slaapt hij.
De stad slaapt.
Sjt! Hij slaapt.
Hij slaapt nog.
Maria slaapt veel.
De zuigeling slaapt.
De jongen slaapt.
Tom slaapt hier.
De poes slaapt.
Hij slaapt heel veel.
Zij slaapt heel veel.
Slaapt Tom?
Slaapt hij?
Ze slaapt met twee kussens.
Slaapt Pedro nog?
Mijn broer slaapt nog steeds.
Hij slaapt niet.
De baby slaapt nog.
Iedereen is aan het slapen.
Tom slaapt niet.
Slaapt Tom nog?
Slaapt hij?
Tom slaapt nooit.
We zijn niet aan het slapen.
Hij slaapt niet meer.
De kat slaapt op de stoel.
Alice slaapt in mijn kamer.
Alice slaapt in haar kamer.
De hagedis slaapt in de zon.
Hij slaapt als een roos.
Tom slaapt in zijn kamer.
Tom slaapt in zijn auto.
Ze slaapt met twee kussens.
Ik denk dat Tom slaapt.
Hij slaapt.
Slaapt hij?
Slaapt hij?
Zij is verkouden en slaapt.
Een kat slaapt op een stoel.
- De kat slaapt op tafel.
- De kat slaapt op de tafel.
We slapen gewoonlijk in deze kamer.
De kat slaapt op de stoel.
Een kat slaapt op een stoel.
- De kat slaapt op de sofa.
- De kat slaapt op de bank.
- De kat is aan het slapen op de bank.
Hij slaapt overdag en werkt 's nachts.
Hoelang slaapt een beer?
Tom is wakker.
Hij slaapt als een beer in de winter.
Maak geen slapende kat wakker.
Hij slaapt overdag en werkt 's nachts.
Hij laat altijd het venster open als hij slaapt.
Ze kunnen slapen, eten en zelfs bevallen in die houding.
Hij is aan het slapen.
Ze slaapt ‘s nachts maar een uur of vijf.