Examples of using "Toit" in a sentence and their dutch translations:
Het dak is lek.
Ze kwam van het dak af.
Kijk naar het huis met het rode dak.
Tom staat op het dak.
We moeten het dak versterken.
Kijk naar het huis met het rode dak.
- De kat is op het dak.
- De kat zit op het dak.
Ik zie een vogel op het dak.
Iedere keer als het regent, lekt het dak.
Het dak van mijn huis is rood.
Er wandelt een kat op het dak.
Ik heb het dak lichtblauw geverfd.
Dat gebouw met het bruine dak is een kerk.
Het dak is door de storm beschadigd.
Ik zag de maan boven het dak.
De vorm van het dak lijkt op een piramide.
Het was zo'n krachtige explosie dat het dak eraf geblazen werd.
Er zit een witte duif op het dak.
Ik hou van het huis met de dakkapel.
Zij verspreiden zich als een virus van buur tot buur.
Vorige nacht hebben we van op het dak de sterren bekeken.
Ik mocht bij Tenzing slapen en hij bood me werk.
Het huis met het rode dak is het huis van mijn oom.
Om te leven heeft men eten, kleren en een thuis nodig.
Om te leven hebben we eten nodig, kleren, en een dak boven ons hoofd.
Het enige wat ze nu willen is een dak boven hun hoofd.
Hoe is het de kat gelukt om op het dak te klimmen?
We kunnen hier niet blijven. Het dak dreigt in te storten!
Morgen gooi ik voor de lol een watermeloen van het dak van een gebouw van vijf verdiepingen.
Ik heb de geschenken op zolder gelegd.