Examples of using "Recommander" in a sentence and their dutch translations:
- Ik kan dat restaurant aanbevelen.
- Ik kan dit restaurant aanbevelen.
Ik kan je dit boek aanbevelen.
- Kunt u mij een hotel aanbevelen?
- Kan u mij een hotel aanraden?
Kan je een goed restaurant aanbevelen?
Ik kan je dit restaurant sterk aanbevelen.
Kunt u mij een goed fototoestel aanraden?
Welke vegetarische gerechten kan je aanbevelen?
Kan je mij een verblijfplaats in Londen aanbevelen?