Translation of "Pasteur" in Dutch

La jeune fille ferma les yeux et écouta le pasteur.

Het meisje sloot haar ogen en luisterde naar de pastoor.

Notre pasteur prononce le même sermon chaque année à Noël.

Onze predikant houdt elke Kerstmis dezelfde preek.

- C'était un pasteur respecté de tous.
- C'était un tartufe respecté de tous.

- Hij was een heilig boontje waar iedereen respect voor had.
- Hij was een predikant die door iedereen gerespecteerd werd.
- Hij was een tartuffe die door iedereen gerespecteerd werd.