1. Home
  2. Translation in context
  3. French-Dutch
  4. Jurez

Translation of "Jurez" in Dutch

0.002 sec.

Examples of using "Jurez" in a sentence and their dutch translations:

- Jure !
- Jurez !

- Zweer!
- Bezweer!
- Vloek!
- Scheld!

Pourquoi jurez-vous ?

- Waarom vloekt u?
- Waarom vloeken jullie?

Ne jurez pas en public.

Vloek niet in het openbaar.

- Lâche-toi !
- Lâchez-vous !
- Jurez !

- Vloek!
- Scheld!

- Pourquoi jures-tu ?
- Pourquoi jurez-vous ?

- Waarom vloek je?
- Waarom vloekt u?
- Waarom vloeken jullie?

Jurez-vous de dire la vérité, toute la vérité, rien que la vérité ?

Zweert u de waarheid te zeggen, de hele waarheid, niets dan de waarheid?