Examples of using "Court" in a sentence and their dutch translations:
Zij rent.
Laat het ons kort houden.
Zij rent.
Hij rent.
- Tom loopt.
- Tom rent.
Hij rent erg snel.
Lynn rent snel.
- Een hond rent.
- Een hond loopt.
Tom loopt snel.
Die jongen rent.
- Hij loopt snel.
- Hij rent snel.
- Hij loopt hard.
- Hij is een snelle loper.
- Zij loopt hard.
- Zij rent snel.
- Zij loopt snel.
- Ze loopt hard.
- Ze rent snel.
- Ze loopt snel.
- Ze is een snelle loopster.
De zwarte kat rent snel.
Ze loopt niet.
Wat loopt Taro snel!
Paarden rennen snel.
Hij loopt voor mij.
Hij rent niet.
Hij rent erg snel.
Hoe snel ze loopt!
De moordenaar loopt nog altijd op vrije voeten.
Deze hond loopt heel snel.
Hoe snel loopt hij?
We hadden geen benzine meer.
- Mijn ideeën raken op.
- Ik heb geen ideeën meer.
Hij zat zonder ideeën.
Zij zat zonder ideeën.
Marie had een tekort aan ideeën.
We hebben geen water meer.
Een hond achtervolgt een kat, en de kat achtervolgt een muis.
De straat volgt de loop van de rivier.
dus dit wordt een hele korte.
Ze rent sneller dan ik.
Zij komen altijd geld te kort.
Ons voedsel raakte op.
Ik zal proberen om het kort te houden.
Hij loopt net zo snel als jij.
We hebben geen bier meer.
Kumiko rent zo snel als Tom.
Soms zit ik zonder geld.
Er loopt een konijn in de tuin.
Ik heb geen geld meer.
Dit is de kortste route naar Parijs.
Ik heb een paar duiten op zak deze maand.
om dat kleine moment van inspiratie vast te leggen.
Ze had haar haar kort geknipt.
Een hond loopt sneller dan een mens.
Mijn broer loopt even snel als ik.
Hij kan snel rennen.
Hun suiker is op.
Tom heeft nooit een gebrek aan woorden.
Wie rent het snelst, Ken of Tony?