Examples of using "Apprends" in a sentence and their dutch translations:
Leer!
Leer Italiaans.
Leer Oeigoers!
Leer.
Leef en leer.
Leer Hongaars!
Leer Italiaans.
- Leer dat vanbuiten.
- Leer dat uit het hoofd.
Leer de bescheidenheid.
Waarom leer je Frans?
Leer deze namen uit het hoofd.
Ik zeg je niets nieuws.
Leer mij hoe men dat doet.
Leer deze zinnen.
Leer Frans!
Leer Jiddisch!
Leer mij enkele kanji-tekens alstublieft.
- Waarom leer je Spaans?
- Waarom leert u Spaans?
- Waarom leren jullie Spaans?
Wat leer je op school?
Onthou goed wat ge op school leert.
Leer me judo!
Leer het gedicht uit je hoofd voor volgende week.
Leer deze namen uit het hoofd.
Wat leer je op school?
Heb geen schrik om fouten te maken, als ge een taal leert.