Translation of "Vaimoni" in Dutch

Vaimoni vihaa kissoja.

Mijn vrouw haat katten.

Menetin vaimoni liikenneonnettomuudessa.

Ik heb mijn vrouw verloren in een verkeersongeval.

Vaimoni on lääkäri.

Mijn vrouw is arts.

Suomi on vaimoni kieli.

Fins is de taal van mijn vrouw.

Minun vaimoni laittaa ruokaa.

Mijn vrouw is nu aan het koken.

Vaimoni ilahtuu sinunkin näkemisestäsi.

Mijn vrouw zal ook blij zijn u te zien.

Mari on minun vaimoni.

Maria is mijn vrouw.

Tässä on vaimoni Minna.

Hier is mijn vrouw, Minna.

Vaimoni auttaa minua teiden rakentamisessa.

Mijn vrouw helpt me bij het bouwen van de wegen.

Olen huolissani vaimoni hakkaavasta yskästä.

Ik maak mij zorgen over de droge hoest van mijn vrouw.

Minä määrään, ei vaimoni. Etkä määrää.

Ik ben de baas, niet mijn vrouw. Je bent de baas niet, schat.

Minä ja vaimoni omistauduimme maailman muuttamiselle.

Mijn vrouw en ik hebben ons gewijd aan het veranderen van de wereld...

- Minun vaimoni on kasvissyöjä.
- Mun vaimo on kasvissyöjä.

Mijn vrouw is een vegetariër.