Examples of using "Töitä" in a sentence and their dutch translations:
Werk je?
Tom is op zoek naar een baan.
Mama is aan het werk.
Werk!
Werk!
Ik werk.
Werk je?
Een mens moet werken.
Je moet voor Uruguayanen werken...
- Voor wie werkt u?
- Voor wie werk je?
- Voor wie werken jullie?
- Hij zoekt werk.
- Hij is werk aan het zoeken.
Wij werken samen.
Tom werkt.
De meisjes werken.
We gingen aan het werk.
Je werkt te hard.
Je werkt hard.
Hij werkt zelden.
Werk niet te hard!
Ik werk zelfs op zondag.
Een mens moet werken.
Tom werkt hard.
Tom werkt te veel.
- Ze werkte hard.
- Zij werkte hard.
Papa werkt.
Ik werk elke dag behalve zondag.
Hij moest zelfs op zondag werken.
Je moet eraan werken om je huwelijk te redden.
Je bent echt een harde werker.
Ik heb de hele nacht doorgewerkt.
De meisjes werken.
Tom werkt van 9u tot 17u.
We moeten hard werken.
Tom werkt.
Papa werkt.
Je zult hard moeten werken.
Hij heeft de hele dag lang gewerkt.
Denk je dat je voor me zou willen werken?
Ik wil onder deze omstandigheden niet werken.
Ik heb een baan gevonden.
Tom weigerde met Maria te werken.
Ik heb werk te doen.
We werken van negen tot vijf.
Hij werkt niet veel op dit moment.
Maar het kost veel werk. Wat gaan we doen?
Ik had lang hard gewerkt en ik had mezelf uitgeput.
Ik mocht bij Tenzing slapen en hij bood me werk.
Want misdadigheid is in de Verenigde Staten... ...het creëren van een banksysteem en geld verdienen door niet te werken.
Vandaag werk ik thuis.
Tom kan niet werken.
We hebben werk te doen.
Ik heb geen werk dus ik kan nooit sparen.
Goed werk!
Wat hebt u vanochtend gedaan? -Gewerkt. Ik heb het gras gemaaid. Ik ben best nerveus.
In La Teja, El Cerro... ...de bescheiden buurten, werkend, sociaal.
Waar werk je?
Hij heeft de hele dag lang gewerkt.
Hij werkt in een fabriek.
Mijn vader woont en werkt in Tokio.
Ik ben vrij op zondag.