Examples of using "Kanadassa" in a sentence and their dutch translations:
Ik was toen in Canada.
- Spreekt men Frans in Canada?
- Spreken ze Frans in Canada?
Ik heb Canada lang geleden bezocht.
- Ben je ooit in Canada geweest?
- Bent u ooit in Canada geweest?
- Zijn jullie ooit in Canada geweest?
In Canada spreekt men Engels en Frans.