Examples of using "100" in a sentence and their dutch translations:
Toms auto heeft 100 paardenkrachten.
De veiligheid bevindt zich 100 meter over de klifrand.
Ik verdien €100 per dag.
Hij kan met meer dan 100 kilometer per uur sprinten.
En wel honderd jaar worden.
Uiteindelijk, zo'n 100 dagen later, was die arm weer aangegroeid.
Hoeveel calorieën zitten er in 100 gram boter?
Maar de dichtstbijzijnde voedplaats kan meer dan 100 kilometer verderop liggen.
Het water ziet er diep genoeg uit... ...maar je kunt nooit zeker zijn.
Dit machtige, anderhalf meter hoge, 100 kilo wegende zoogdier is krachtig... ...en absoluut in staat om dodelijke wonden te veroorzaken.