Examples of using "Sewing" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou van naaien.
Hij naaide.
Tom was aan het hechten.
Ze volgt naailessen.
Ze is een jurk aan het naaien.
Maria naait babykleertjes.
Zeg haar dat ik aan het naaien ben.
Mary verdient haar brood met naaiwerk.
- Je kan erg goed naaien.
- Je bent erg goed in naaien.
Mama was bezig met haar naaiwerk.
Ik heb een nieuwe naaimachine gekocht.
Ik heb nog wat naaiwerk te doen.
en een ononderbroken stuk naaigaren.
Ze stopte met naaien en dronk wat thee.
Maria weet niks van naaien of breien.
Mijn moeder gaf me een naaimachine.
Mijn moeder heeft me haar naaimachine gegeven.
De eenzame patiƫnt haalt genoegen uit het naaien.
Er is niet genoeg licht in deze kamer om te kunnen naaien.
Ze is laat opgebleven om je jurk af te naaien.
Ik heb een naaimachine, maar ik gebruik hem bijna nooit.
De dikke stof heeft de naald van mijn naaimachine verbogen.
Ik naai niet graag, omdat ik geen draad in de naald kan krijgen.
Terwijl jij voor me voorleest, kan ik mijn naaiwerk doen.
- Je kan erg goed naaien.
- Je bent erg goed in naaien.