Translation of "Paris  " in Dutch

- I am in Paris.
- I'm in Paris.

Ik ben in Parijs.

- It's snowing in Paris.
- It snows in Paris.

Het sneeuwt in Parijs.

Where is Paris?

Waar is Parijs?

He's in Paris.

Hij is in Parijs.

- The Seine flows through Paris.
- The Seine crosses Paris.

De Seine loopt door Parijs.

- Paris is the capital of France.
- Paris is France's capital.

Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.

Paris fell in 1940.

- Parijs gaf zich over in 1940.
- Parijs viel in 1940.

He flew to Paris.

Hij vloog naar Parijs.

Are you in Paris?

- Ben je in Parijs?
- Bent u in Parijs?
- Zijn jullie in Parijs?

She is visiting Paris.

Ze bezoekt nu Parijs.

It's snowing in Paris.

Het sneeuwt in Parijs.

I'm from Paris, France.

Ik kom uit Parijs, Frankrijk.

Are they in Paris?

Zijn ze in Parijs?

I'm going to Paris.

Ik ga naar Parijs.

It snows in Paris.

Het sneeuwt in Parijs.

I am in Paris.

Ik ben in Parijs.

Paris is in France.

Parijs ligt in Frankrijk.

- Her dream is visiting Paris.
- Her dream is to visit Paris.

Haar droom is om Parijs te bezoeken.

- He hopes he will visit Paris.
- He hopes to visit Paris.

Hij hoopt Parijs te bezoeken.

- He will arrive in Paris tomorrow.
- He arrives tomorrow in Paris.

- Morgen komt hij in Parijs aan.
- Morgen komt hij aan in Parijs.

- Have you ever gone to Paris?
- Have you ever been to Paris?

- Ben je ooit in Parijs geweest?
- Ben je ooit naar Parijs geweest?

- I visited Paris long ago.
- I visited Paris a long time ago.

Ik bezocht Parijs een lange tijd geleden.

Like during the Paris attacks,

Zoals bij de aanslag in Parijs,

The Seine flows through Paris.

De Seine loopt door Parijs.

He set off to Paris.

Hij vertrok naar Parijs.

She has been to Paris.

Ze is naar Parijs geweest.

Her dream is visiting Paris.

Haar droom is om Parijs te bezoeken.

He hopes to visit Paris.

Hij hoopt Parijs te bezoeken.

I leave for Paris tomorrow.

Ik vertrek naar Parijs morgen.

I have been in Paris.

Ik was in Parijs.

I booked through to Paris.

Ik heb naar Parijs doorgeboekt.

I've been to Paris twice.

Tweemaal ben ik in Parijs geweest.

I'm dying to see Paris.

Ik zou heel graag Parijs zien.

He arrives tomorrow in Paris.

Morgen komt hij aan in Parijs.

You've never been to Paris?

Bent u nooit naar Parijs geweest?

She has gone to Paris.

Ze is naar Parijs gegaan.

Tomorrow I'm going to Paris.

Morgen ga ik naar Parijs.

What's in fashion in Paris?

Wat is er in de mode in Parijs?

I live in Paris, France.

Ik woon in Parijs, Frankrijk.

Why was she in Paris?

Waarom was ze in Parijs?

- It's the shortest route to Paris.
- This is the shortest route to Paris.

Dit is de kortste route naar Parijs.

- The capital city of France is Paris.
- The capital of France is Paris.

De hoofdstad van Frankrijk is Parijs.

- I remember meeting him in Paris.
- I remember having met him in Paris.

Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.

Even the Paris Agreement's ambitious targets

Zelfs de ambitieuze doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs

It is not far to Paris.

Het is niet ver van Parijs.

Paris is the capital of France.

Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.

I remember meeting him in Paris.

Ik weet nog dat ik hem in Parijs ontmoet heb.

He will arrive in Paris tomorrow.

- Morgen komt hij in Parijs aan.
- Morgen komt hij aan in Parijs.

He started from Narita for Paris.

Hij vertrok vanuit Narita naar Parijs.

He is now staying in Paris.

Hij verblijft nu in Parijs.

This time my goal is Paris.

Dit keer is Parijs mijn doel.

He's going to Paris next month.

Hij gaat volgende maand naar Parijs.

My sister doesn't work in Paris.

Mijn zus werkt niet in Parijs.

He flew from London to Paris.

Hij vloog van London naar Parijs.

I'd like to study in Paris.

Ik zou graag in Parijs studeren.

Have you ever been to Paris?

- Ben je al eens in Parijs geweest?
- Ben je ooit in Parijs geweest?
- Ben je ooit naar Parijs geweest?

I have never been to Paris.

Ik ben nooit in Parijs geweest.

I'm going to Paris next month.

Volgende maand ga ik naar Parijs.

The capital of France is Paris.

De hoofdstad van Frankrijk is Parijs.

Her dream is to visit Paris.

Haar droom is om Parijs te bezoeken.