Translation of "News" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "News" in a sentence and their dutch translations:

No news is good news.

Geen nieuws is goed nieuws.

Some news.

- Wat nieuws.
- Wat een nieuwsbericht.

Any news?

Is er nieuws?

Is that good news or bad news?

Is dat goed of slecht nieuws?

- I've got bad news.
- I've got some bad news.
- I have bad news.
- I have some bad news.

Ik heb slecht nieuws.

- Bad news travels fast.
- Bad news travels quickly.

Slecht nieuws gaat snel.

There's sad news.

Er is droevig nieuws.

We have news.

We hebben nieuws.

- What is the bad news?
- What's the bad news?

Wat is het slechte nieuws?

But there's good news.

Maar er is goed nieuws.

- Anything new?
- Any news?

- Is er iets nieuws?
- Is er nieuws?

The news spread fast.

Het nieuws verspreidt zich snel.

Bad news spreads quickly.

Slecht nieuws verspreidt zich snel.

This is big news.

Dit is groot nieuws.

Is it good news?

Is dat goed nieuws?

That's very good news.

Dat is heel goed nieuws.

We have good news.

We hebben goed nieuws.

- Have you seen the news?
- Have you guys seen the news?

Hebben jullie het nieuws gezien?

- I have bad news for you.
- I have some bad news for you.
- I've got bad news for you.

Ik heb slecht nieuws voor je.

- I have some news for you!
- I have some news for you.

Ik heb nieuws voor je!

The news never tells the truth and the truth never becomes news.

Het nieuws spreekt nooit de waarheid en de waarheid wordt nooit nieuws.

- I have bad news for you.
- I've got bad news for you.

- Ik heb slecht nieuws voor je.
- Ik heb slecht nieuws voor u.
- Ik heb slecht nieuws voor jullie.

For the survivor, awesome news!

Voor de overlever... ...goed nieuws.

According to some news sources,

Volgens sommige nieuwsbronnen

And therefore they are news.

en daardoor nieuws.

Check out alternative news sources.

Bekijk alternatieve nieuwsbronnen.

Trust in our news outlets.

vertrouwen in onze nieuwsuitzendingen.

Because fake news destroys it.

want nepnieuws vernietigt het.

The news made him happy.

Het nieuws maakte hem blij.

What is the bad news?

Wat is het slechte nieuws?

This news makes me sad!

Dit nieuws maakt me triestig.

It was in the news.

Het kwam op het nieuws.

This is actually old news.

Dit is eigenlijk oud nieuws.

Tom couldn't believe the news.

Tom kon het nieuws niet geloven.

Haven't you heard the news?

Hebben jullie het nieuws niet gehoord?

Did you hear the news?

Hebt u het nieuws gehoord?

- Hearing the news, he turned pale.
- When he heard the news, he turned pale.

Toen hij het nieuws hoorde, werd hij bleek.

But when you watch news coverage,

maar als je naar het nieuws kijkt,

That is not entirely good news.

Dat is niet per se goed nieuws.

And all this were good news.

En dit was allemaal goed nieuws.

Newspapers did not report the news.

Kranten hebben niet over dit nieuws bericht.

Do you have any good news?

Heb je enig goed nieuws?

She looked frightened at the news.

- Het nieuws leek haar te beangstigen.
- Ze keek beangstigd naar het nieuws.

She carried the news to me.

Ze brengt me het nieuws.

He turned pale at the news.

Toen hij het nieuws hoorde, werd hij bleek.

He looked surprised at the news.

Hij keek verrast bij het nieuws.

Let's start with the good news.

Laten we beginnen met het goede nieuws.

I have some very good news.

Ik heb heel goed nieuws.

I've got bad news for you.

Ik heb slecht nieuws voor je.

I have good news for you.

- Ik heb goed nieuws voor u.
- Ik heb goed nieuws voor jullie.

I got that news from Hashimoto.

Ik heb dat nieuws vernomen van Hashimoto.

We were surprised by that news.

We waren verrast door dat nieuws.

Have you heard the big news?

Je hebt het nieuws gehoord?

I was surprised at this news.

Ik was verbaasd over dit nieuws.

The news annoyed her very much.

- Het nieuws irriteerde haar erg.
- Zij ergerde zich zeer aan de nieuwigheden.

I have bad news for you.

Ik heb slecht nieuws voor je.

Have you guys seen the news?

Hebben jullie het nieuws gezien?

I have some news for you!

Ik heb nieuws voor je!

This news is new to me.

Dat nieuws is nieuw voor mij.

I do not understand the news.

Ik begrijp het nieuws niet.

I care nothing for the news.

Het nieuws interesseert mij geen bal.

Hearing the news, he turned pale.

Toen hij het nieuws hoorde, werd hij bleek.

Hashimoto will tell me the news.

Hashimoto zal mij het nieuws vertellen.

When will the bad news end?

Wanneer eindigt het slechte nieuws?

Tom watched the 6 o'clock news.

Tom keek het journaal van zes uur.

- I was surprised at the news this morning.
- I was surprised by the news this morning.

Ik was verrast door het nieuws vanochtend.

Studies show that during breaking news coverage,

Onderzoeken laten zien dat bij belangrijk nieuws