Examples of using "Household" in a sentence and their dutch translations:
Ik had graag met de dame des huizes gesproken.
Het huishouden heeft een overvloed aan melk, kaas en honing.
Zij was bezig met het huishouden.
Zij was bezig met het huishouden.
Zij was bezig met het huishouden.
Zij was bezig met het huishouden.
Het moet enorm moeilijk voor haar zijn het huishouden alleen te runnen na de scheiding.