Examples of using "Cheated" in a sentence and their dutch translations:
Tom speelde vals.
- Je speelde vals.
- U speelde vals.
- Jullie speelden vals.
- Je hebt valsgespeeld.
- U heeft valsgespeeld.
- Jullie hebben valsgespeeld.
- Je bent vreemdgegaan.
- U bent vreemdgegaan.
- Jullie zijn vreemdgegaan.
- Je ging vreemd.
- U ging vreemd.
- Jullie gingen vreemd.
Wie heeft er vals gespeeld?
Hij heeft vals gespeeld.
Niemand speelde vals.
Ik voelde me bedrogen.
Tom heeft me bedrogen.
Hij speelde vals tijdens het kaarten.
Tom speelde vals.
Heb je me ooit bedrogen?
Tom heeft bij het examen geschiedenis gesjoemeld.
Tom heeft afgeschreven tijdens zijn examen aadrijkskunde.
Tom bedroog zijn vriendinnetje maanden lang.
En in 2010 heb ik op een test Frans valsgespeeld.