Examples of using "Cattle" in a sentence and their dutch translations:
Ik hou vee.
Hij leerde veehouderij.
Al hun vee is vet.
Ze fokken koeien en paarden.
Hij fokt koeien op zijn boerderij.
Hij leerde veehouderij.
Hij fokt koeien op zijn boerderij.
De koewachters brachten de kudde bijeen.
Een cowboy drijft het vee naar de weide.
Schapen, runderen, herten. Ze komen er nooit meer uit.
Schapen, runderen, herten. Ze komen er nooit meer uit.
Honderden stieren zijn naar het meer gegaan.
Wat Jupiter is toegestaan, is het rund nog niet toegestaan.
Vliegt hoog de koe en laag het kind, dan is dat wel een wervelwind.