Translation of "Learned" in Dutch

- He learned.
- She learned.

Ze leerde.

You learned.

- U hebt geleerd.
- Jullie leerden.

He learned.

- Hij was aan het leren.
- Hij leerde.

She learned.

- Ze was aan het leren.
- Ze leerde.

Mary learned.

Maria leerde.

We learned.

We leerden.

They learned.

Ze leerden.

- I've learned so much.
- I've learned a lot.

Ik heb zo veel geleerd.

Tom has learned.

- Tom was aan het leren.
- Tom leerde.

We learned French.

- We hebben Frans geleerd.
- We leerde Frans.

We learned English.

We hebben Engels geleerd.

Tom learned Italian.

Tom leerde Italiaans.

Tom learned French.

Tom heeft Frans geleerd.

- Where has he learned Italian?
- Where has she learned Italian?

Waar heeft zij Italiaans geleerd?

He who thinks he has learned enough has learned nothing.

Hij die denkt genoeg te hebben geleerd, heeft niets geleerd.

That is learned behavior.

Het is aangeleerd gedrag.

And we learned this.

Dit hebben we geleerd.

He is very learned.

Hij is heel geleerd.

What have you learned?

Wat heb je geleerd?

I learned a lot.

Ik heb veel geleerd.

I've learned so much.

Ik heb zo veel geleerd.

I've learned a lot.

Ik heb veel geleerd.

Tom learned sign language.

Tom heeft gebarentaal geleerd.

I learned what works.

Ik heb geleerd wat werkt.

- He learned how to raise cattle.
- He learned to raise cattle.

Hij leerde veehouderij.

- I learned a lot from Tom.
- I've learned a lot from Tom.
- I've learned a lot of things from Tom.
- I've learned many things from Tom.

Ik heb veel van Tom geleerd.

- I learned a lot from you.
- I've learned a lot from you.

Ik heb veel van je geleerd.

- I learned a lot from Tom.
- I've learned a lot from Tom.

Ik heb veel van Tom geleerd.

What we've learned about corruption,

wat we over corruptie geleerd hebben,

In 2012, I learned Russian.

In 2012 leerde ik Russisch.

Where has she learned Italian?

Waar heeft zij Italiaans geleerd?

I learned about Greek culture.

Ik heb over de Griekse cultuur geleerd.

I learned it in school.

Ik heb het op school geleerd.

I learned a valuable lesson.

Ik heb een waardevolle les geleerd.

Where has he learned Italian?

Waar heeft hij Italiaans geleerd?

She learned Latin in school.

Ze heeft Latijn op school geleerd.

He learned Latin in school.

Hij heeft Latijn op school geleerd.

I've learned to listen carefully.

Ik heb geleerd om zorgvuldig te luisteren.

I learned it from you.

- Ik heb het van jou geleerd.
- Ik heb het van u geleerd.

We've learned from our mistakes.

We hebben geleerd van onze fouten.

I learned French in school.

Ik heb Frans op school geleerd.

He learned Berber on Skype.

Hij leerde Berber op Skype.

We learned violence from you.

- We hebben van jullie geweld geleerd.
- We hebben geweld van jullie geleerd.

- I learned a lot from you.
- I've learned a good deal from you.

Ik heb veel van je geleerd.

- I've learned a lot about modern authors.
- I learned a lot about modern authors.

Ik heb veel geleerd over moderne schrijvers.

And you know what I've learned?

Weet je wat ik geleerd heb?

And I learned German that way.

En zo heb ik Duits geleerd.

And learned that it means opportunity.

...en weten dat ze kansen bieden.

Maya priests learned much about astronomy.

Maya-priesters hebben veel geleerd over astronomie.

I learned a lot from her.

Ik heb veel van haar geleerd.

He learned how to raise cattle.

Hij leerde veehouderij.

I learned a lot this weekend.

Ik heb dit weekend veel geleerd.

Have you learned cooking or anything?

Heb jij leren koken of zo?

We learned Russian instead of French.

We hebben Russisch geleerd in plaats van Frans.

I think you've learned your lesson.

Ik denk dat je je lesje geleerd hebt.

I learned to live without her.

- Ik heb geleerd te leven zonder haar.
- Ik heb zonder haar leren leven.

I learned a lot from you.

Ik heb veel van je geleerd.

I learned French instead of German.

Ik heb Frans geleerd in plaats van Duits.

- We studied English.
- We learned English.

- We hebben Engels gestudeerd.
- We studeerden Engels.

I've learned so much from you.

Ik heb zoveel van je geleerd.

I've learned a lot from Tom.

Ik heb veel van Tom geleerd.

Previously, I learned German in school.

Ik leerde vroeger Duits op school.

I've learned a lot since then.

Ik heb sindsdien veel geleerd.

I learned a new word today.

Vandaag heb ik een nieuw woord geleerd.

I've learned to love my body.

Ik heb leren houden van mijn lichaam.

I learned about amphibians at school.

Ik leerde op school over amfibieën.