Translation of "Catalan" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "Catalan" in a sentence and their dutch translations:

I'm learning Catalan.

Ik leer Catalaans.

Do you speak Catalan?

- Spreekt u Catalaans?
- Spreek jij Catalaans?

I don't speak Catalan.

Ik spreek geen Catalaans.

Catalan is spoken in Andorra.

Het Catalaans wordt gesproken in Andorra.

I learnt Catalan very quickly.

Ik heb heel snel Catalaans geleerd.

I like the Catalan language.

Ik hou van de Catalaanse taal.

Spain is called "Espanya" in Catalan.

Spanje wordt "Espanya" genoemd in het Catalaans.

Jaume's grandmother spoke Catalan better than Spanish.

Jaume's grootmoeder sprak Catalaans beter dan Spaans.

Barcelona is the heaven of Catalan cuisine.

Barcelona is de hemel van de Catalaanse keuken.