Translation of "Bench" in Dutch

0.004 sec.

Examples of using "Bench" in a sentence and their dutch translations:

On a bench.

op een bankje.

The bench is wooden.

De bank is van hout.

- Let's sit down on the bench.
- Let's sit on the bench.

Laten we op de bank zitten.

Where is the nearest bench?

Waar is de dichtstbijzijnde bank?

She sat on the bench.

Ze zat op de bank.

Sit down on the bench.

Zet u op de bank.

Tom sat on a bench.

Tom zat op een bankje.

- Tom sat on the bench smoking.
- Tom sat on a bench smoking a cigarette.

Tom zat op de bank een sigaret te roken.

Tom sat on the bench smoking.

Tom zat op de bank te roken.

Why did you paint the bench red?

- Waarom hebben jullie de bank rood geschilderd?
- Waarom heeft u de bank rood geschilderd?
- Waarom heb je de bank rood geschilderd?

Tom and I sat on the bench.

Tom en ik zaten op de bank.

The cat is sleeping on the bench.

- De kat slaapt op de bank.
- De kat is aan het slapen op de bank.

We sat on a bench in the park.

We zaten op een bank in het park.

They sat on a bench in the park.

Ze zaten op een bank in het park.

Tom and Mary switched places on the bench.

Tom en Maria hebben op de bank van plaats gewisseld.

The man sitting on that bench is Tom.

De man die daar op de bank zit, is Tom.

Tom sat on a bench smoking a cigarette.

Tom zat op de bank een sigaret te roken.

In the park he slept on a bench.

Hij sliep in het park op een bankje.

Somebody has left his bag on the bench.

Iemand is zijn tas op de bank vergeten.

The two men sitting on the bench were Americans.

Die twee daar op de bank waren Amerikanen.

He woke up to find himself lying on a bench in the park.

Hij werd wakker, liggend op een parkbankje.

- Why did you paint the bench red?
- Why did you paint the bank red?

Waarom hebben jullie de bank rood geschilderd?

I saw a young man lying on the bench under the cherry tree in the park.

Ik zag een jonge men liggen op de bank onder de kerselaar in het park.

My dog Wolfgang always sleeps beside me on the bench while I'm working at the computer.

Mijn hond Wolfgang slaapt altijd naast me op de bank als ik op de computer bezig ben.

- Why did you paint the bench red?
- Why did you paint the bank red?
- Why did you paint the couch red?

Waarom heb je de bank rood geschilderd?