Examples of using "Beans" in a sentence and their dutch translations:
Koffiebonen zijn geen bonen maar zaden, en pinda's zijn geen noten maar bonen.
Ik haat bonen.
We houden van bonen.
- Ik hou van bonen.
- Ik hou van boontjes.
Wie eet graag bonen?
- Niets verraden!
- Niets verklappen!
Ik eet zelden bonen.
Ik ben het zat om bonen te eten.
Ik plant bonen in mijn tuin.
Chocolade wordt gemaakt van cacaobonen.
Het is mogelijk groene bonen rauw te eten.
Ik plant bonen in mijn tuin.
Tom eet vaak bonen, rijst, aardappelen of pasta.
Ik vrees dat hij zijn mond zal voorbijpraten.
- Niets verraden!
- Niets verklappen!
Wat heeft dat te maken met de prijs van bonen in China?
Mijn nieuwe blikopener is steviger dan de oude, dus hopelijk duurt het geen 2 minuten meer om bij mijn bonen te raken.