Translation of "Thomas" in Spanish

Thomas Charles Huston,

Thomas Charles Huston,

Thomas kookt een ei.

Tom está cociendo un huevo.

Maakt Thomas een grapje?

¿Tom está bromeando?

Thomas houdt van schrijven.

A Tom le gusta escribir.

Wat had Thomas nodig?

¿Qué dijo Tomás que necesitaba?

- Thomas Edison heeft de lamp uitgevonden.
- Thomas Edison heeft de gloeilamp uitgevonden.

Thomas Edison inventó la bombilla.

Je bent geen pinguïn, Thomas.

No eres un pingüino, Tomás.

Thomas Edison heeft de lamp uitgevonden.

Thomas Edison inventó la bombilla.

Wat stopte Thomas in de zak?

¿Qué puso Tom en la bolsa?

Thomas doet elke dag een uur gymnastiek.

Thomas hace una hora de gimnasia diaria.

- Thomas eet graag rauwe oesters.
- Tom eet graag rauwe oesters.

A Tom le gusta comer ostras crudas.