Translation of "Seizoen" in Spanish

- Herfst is mijn favoriete seizoen.
- De herfst is mijn favoriete seizoen.

El otoño es mi estación favorita.

Wat is het warmste seizoen?

¿Cuál es el más calurosa de todas las estaciones?

In welk seizoen zitten we?

¿En qué estación estamos?

Mijn favoriete seizoen is de herfst.

Mi estación favorita es el otoño.

De zomer is mijn favoriete seizoen.

El verano es mi estación favorita.

Dat was gemakkelijk in het natte seizoen,

Esto era fácil en la estación húmeda,

Het is nu het seizoen voor aardbeien.

- Es la temporada de las fresas.
- Las fresas ya están de temporada.

Het is hier erg koud in elk seizoen.

Aquí hace mucho frío todo el año.

- De winter is mijn lievelingsseizoen.
- De winter is mijn favoriete seizoen.

El invierno es mi estación favorita.

Het is het seizoen voor paddestoelen, daarom zijn ze zo goedkoop.

Los hongos están de temporada, así que son baratos.

Vandaag is de eerste marathon op natuurijs van dit seizoen verreden.

Hoy se llevó a cabo la primera maratón sobre hielo natural de la temporada.

We kijken een heel seizoen van een serie op één avond.

Vemos programas enteros en una sola noche.

- De lente is mijn lievelingsseizoen.
- De lente is mijn favoriete seizoen.

La primavera es mi estación preferida.

- Het is hier erg koud in elk seizoen.
- Het is hier koud het hele jaar door.

Aquí hace mucho frío todo el año.