Translation of "Gebroken" in Spanish

0.086 sec.

Examples of using "Gebroken" in a sentence and their spanish translations:

...gebroken.

...está roto.

- Hij had een gebroken hart.
- Zijn hart was gebroken.

Le habían roto el corazón.

- Hij heeft zijn belofte gebroken.
- Hij heeft zijn woord gebroken.

Él ha roto su palabra.

óf heel óf gebroken;

entero y roto;

Wie heeft dit gebroken?

¿Quién rompió esto?

Tony heeft het gebroken.

Tony lo rompió.

De deurklink is gebroken.

El pomo de la puerta está roto.

Hij spreekt gebroken Frans.

Habla un francés entrecortado.

Mijn nagel is gebroken.

Se me ha roto una uña.

Wie heeft het gebroken?

¿Quién lo rompió?

Mijn vliezen zijn gebroken.

He roto aguas.

- Onze buurvrouw heeft een rib gebroken.
- Onze buur heeft een rib gebroken.
- Onze buurman heeft een rib gebroken.

Nuestro vecino se rompió una costilla.

- Onze buur heeft een rib gebroken.
- Onze buurman heeft een rib gebroken.

Nuestro vecino se rompió una costilla.

- Is het kapot?
- Is het gebroken?
- Is hij kapot?
- Is hij gebroken?

¿Está roto?

Wie heeft dit venster gebroken?

¿Quién ha roto esta ventana?

Je hebt de regel gebroken.

Rompiste la regla.

Hij had een gebroken hart.

Le habían roto el corazón.

Ik heb mijn been gebroken.

Me rompí la pierna.

Ik heb een arm gebroken.

- Me fracturé un brazo.
- Me he roto el brazo.
- Me rompí el brazo.
- Me fracturé mi brazo.

Je hebt de wet gebroken.

Quebraste la ley.

Er zijn geen gebroken botten.

No hay huesos rotos.

Hij heeft zijn linkerarm gebroken.

- Se rompió el brazo izquierdo.
- Él se quebró el brazo izquierdo.
- Él se rompió el brazo izquierdo.

Wie heeft de vaas gebroken?

¿Quién ha roto el jarrón?

Iemand heeft het raam gebroken.

Alguien rompió la ventana.

Ik heb mijn rug gebroken.

Me quebré la espalda.

Ik heb mijn rechterbeen gebroken.

Me rompí la pierna derecha.

Heeft Tom weer iets gebroken?

- ¿Qué ha roto Tom esta vez?
- ¿Ha vuelto a romper algo Tom?
- ¿Ha roto nuevamente Tom alguna cosa?

Ik heb een gebroken nagel.

Tengo una uña rota.

Ik heb een glas gebroken.

Rompí un vaso.

Hij heeft zijn woord gebroken.

Él ha roto su palabra.

George had een gebroken hart.

A George le habían roto el corazón.

Een gebroken spiegel brengt ongeluk.

Un espejo roto trae mala suerte.

Ik heb mijn arm gebroken.

- Me he roto el brazo.
- Me rompí el brazo.

Iemand heeft dit bord gebroken.

- Alguien ha roto este plato.
- Alguien rompió este plato.

Wie heeft de fles gebroken?

¿Quién rompió la botella?

Ik heb drie ribben gebroken.

Yo rompí tres costillas.

- Het brak.
- Het is gebroken.

Se quebró.

- De vleugel van de vogel was gebroken.
- De vogel had een gebroken vleugel.

- El ala del pájaro estaba rota.
- El pájaro tenía el ala rota.

En zijn zwaard in tweeën gebroken.

y su espada partida por la mitad.

Is dat liberale democratie gebroken is.

es que la democracia liberal está rota.

De vogel had een gebroken vleugel.

El pájaro tenía un ala rota.

De röntgenfoto toonde twee gebroken vingers.

La radiografía mostró dos dedos rotos.

Wanneer heeft ze dat venster gebroken?

¿Cuándo rompió ella esa ventana?

- Is het kapot?
- Is het gebroken?

¿Está roto?

Ze zijn koel... ...maar geplunderd en gebroken.

Aunque esté fresca, algo la encontró y la rompió.

En een zeer gebroken slaap hadden gehad.

y una estructura del sueño muy fragmentada.

Ik heb mijn been met skiën gebroken.

Me rompí la pierna esquiando.

"Je hebt mijn hart gebroken", zei Mary.

"Tú me rompiste el corazón", dijo María.

De arme man heeft een gebroken hart.

El pobre hombre tiene el corazón roto.

- Mijn fles is gebroken.
- Mijn fles brak.

- Se me rompió la botella.
- Mi botella se rompió.

Wie zou de vissenkom gebroken kunnen hebben?

¿Quién hará roto la pecera?

Door onhandigheid heeft ze een vaas gebroken.

Ella rompió una jarra por torpeza.

- Wie heeft de ruit gebroken? Zeg me de waarheid.
- Wie heeft het raam gebroken? Vertel de waarheid.

¿Quién ha roto la ventana? Di la verdad.

Ik denk dat ik mijn arm gebroken heb.

Creo que me he roto el brazo.

Tom is gevallen en heeft zijn arm gebroken.

Tom se cayó y se rompió el brazo.

Ik denk dat ik mijn been heb gebroken.

- Creo que me he partido la pierna.
- Creo que me he roto la pierna.

Ik heb mijn sprongbeen gebroken tijdens het voetballen.

Me rompí el hueso astrágalo jugando al fútbol.

- De thermostaat is defect.
- De thermostaat is gebroken.

El termostato se ha roto.

Hij heeft een ongeluk gehad en zijn been gebroken.

- Él tuvo un accidente y se fracturó la pierna.
- Él tuvo un accidente y se rompió la pierna.

- Je brak je arm.
- Je hebt je arm gebroken.

Te rompiste el brazo.

Het is hij, die het venster gisteren gebroken heeft.

Él fue quien ayer rompió la ventana.

Een van de vleugels van de adelaar was gebroken.

Una de las alas del águila estaba rota.

Hij heeft een ongeluk gehad en heeft een been gebroken.

Él tuvo un accidente y se fracturó un hueso.

Sinds ik mijn voet heb gebroken, loop ik met krukken.

Desde que me rompí el pie, ando con muletas.

Denk je dat hij de vent is die het raam heeft gebroken?

¿Crees que él es el tipo que rompió la ventana?

- Hij heeft expres het raam gebroken.
- Hij sloeg expres een raam kapot.

- Él rompió la ventana a propósito.
- Él rompió una ventana a propósito.

Straf hem niet omdat hij het raam gebroken heeft. Het is niet zijn fout.

No lo castiguen por romper la ventana. Él no es culpable.

- Spijtig genoeg, heeft hij een been gebroken bij het ongeval.
- Helaas brak hij bij het ongeval zijn been.

Desgraciadamente él se rompió la pierna en el accidente.

- Hij heeft expres het raam gebroken.
- Hij sloeg met opzet een venster kapot.
- Hij sloeg expres een raam kapot.

- Él rompió la ventana a propósito.
- Él ha roto la ventana intencionadamente.
- Él rompió una ventana a propósito.

Een vriend van mij is laatst uitgegleden over een autootje dat zijn zoon had laten slingeren op de trap en heeft toen zijn grote teen gebroken.

Hace poco un amigo mío resbaló con un coche de juguete que había dejado su hijo tirado en las escaleras y se rompió el dedo gordo del pie.