Translation of "Reist" in Polish

Reist u veel?

Czy często podróżujesz?

Hij reist graag alleen.

- Lubi podróżować sam.
- On lubi podróżować sam.

Ze reist om de wereld.

Ona podróżuje dookoła świata.

Als je vandaag door Azië reist,

Podróżując obecnie przez Azję

Hij reist graag naar het buitenland.

On lubi podróżować za granicę.

- Tom houdt van reizen.
- Tom reist graag.

Tom lubi podróżować.

Maar het geluid van de jacht reist ver door de koele nachtlucht.

Ale spokojna noc daleko niesie odgłos polowania.

Behalve de entourage van remora's die meezwemmen... ...terwijl ze door het donker reist.

W podróży przez mroki towarzyszą jej tylko podnawkowate.