Translation of "Horloge" in Polish

0.011 sec.

Examples of using "Horloge" in a sentence and their polish translations:

- Loopt je horloge goed?
- Loopt uw horloge juist?

Czy twój zegarek dobrze chodzi?

Waar is mijn horloge?

Gdzie jest mój zegarek?

Mijn horloge is gestolen.

Mój zegarek został skradziony.

Mijn horloge was gestolen.

Ukradziono mi zegarek.

Dit horloge is duur.

Ten zegarek jest drogi.

Mijn horloge is kapot.

Mój zegarek jest zepsuty.

Hij keek op zijn horloge.

Spojrzał na zegarek.

Hij gaf me een horloge.

Dał mi zegarek.

Mijn horloge moet worden gerepareerd.

Mój zegarek wymaga naprawy.

Ik heb een horloge gekocht.

Kupiłem zegarek na rękę.

Ik ben gisteren mijn horloge verloren.

Wczoraj straciłam zegarek.

Je horloge ligt op het bureau.

Twój zegarek jest na biurku.

Ik vind dit horloge niet leuk.

Nie podoba mi się ten zegarek.

Mijn oom gaf me dit horloge.

Mój wujek dał mi ten zegarek.

Ik kan mijn horloge niet vinden.

Nie mogę znaleźć mojego zegarka.

- Ik ben het horloge verloren.
- Ik heb het horloge verloren.
- Ik heb het polshorloge verloren.

Zgubiłem zegarek.

- Hij is het horloge van zijn vader verloren.
- Hij heeft het horloge van zijn vader verloren.

Zgubił zegarek ojca.

Ik weet niet waar mijn horloge is.

Nie wiem, gdzie jest mój zegarek.

Mijn horloge is preciezer dan het jouwe.

Mój zegarek jest dokładniejszy niż twój.

Mijn zus liet me een nieuw horloge zien.

Moja siostra pokazała mi nowy zegarek.

- Hoeveel kost dit uurwerk?
- Hoeveel kost dit horloge?

Ile kosztuje ten zegarek?

Ik moet mijn horloge twee minuten vooruit zetten.

Muszę przesunąć zegarek o dwie minuty naprzód.

Ze gaf me een horloge als een verjaardagscadeau.

Ona dała mi zegarek jako prezent urodzinowy.

- Ze gaf hem een klok.
- Ze gaf hem een horloge.

Dała mu zegarek.

Ik heb het horloge verloren dat mijn vader mij gegeven heeft.

Zgubiłem zegarek, który dostałem od taty.

- Ik ben het uurwerk verloren dat mijn vader mij gegeven had.
- Ik heb het horloge verloren dat mijn vader mij gegeven heeft.

Zgubiłem zegarek, który dał mi ojciec.