Translation of "Woont" in Japanese

0.010 sec.

Examples of using "Woont" in a sentence and their japanese translations:

- Waar woont hij?
- Waar woont ie?

彼は何処に住んでいますか。

- Hij woont in Kioto.
- Ze woont in Kyoto.

彼は京都に住んでいる。

Woont u hier?

君は当地に住んでいるのか。

Waar woont hij?

- 彼は何処に住んでいるのですか。
- 彼はどこに住んでいますか。
- 彼は何処に住んでいますか。

Waar woont gij?

- どちらにお住まいですか。
- どこに住んでいるんですか。
- きみはどこに住んでいますか。
- お住まいはどちらですか。

Woont hij hier?

- 彼は当地に住んでいるのか。
- 彼はここに住んでいるのですか。

Ze woont alleen.

彼女は一人で住んでいます。

Waar woont John?

ジョンはどこに住んでいますか。

Hij woont alleen.

- 彼は一人で住んでいます。
- 彼は一人暮らしです。

Waar woont u?

どちらにお住まいですか。

- Weten jullie waar hij woont?
- Weet je waar hij woont?
- Weet je waar ze woont?
- Weet u waar hij woont?
- Weet u waar ze woont?

あなたは彼がどこに住んでいるか知っていますか。

- Weet gij waar hij woont?
- Weten jullie waar hij woont?
- Weet je waar hij woont?
- Weet jij waar hij woont?
- Weet u waar hij woont?

あなたは彼がどこに住んでいるか知っていますか。

- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Waar woont u?

- どこに住んでいますか。
- 君はどこに住んでいるのですか。
- 君の住まいはどこですか。
- どちらにお住まいですか。
- どこに住んでいるんですか。
- きみはどこに住んでいますか。
- どこにお住まいですか。
- お住まいはどちらですか。

- Ze woont bij hem.
- Ze woont met hem samen.

彼女は彼と一緒に住んでいます。

- Weet gij waar hij woont?
- Weet jij waar hij woont?
- Weet u waar hij woont?

あなたは彼がどこに住んでいるか知っていますか。

- Onze leraar woont vlakbij.
- Onze leraar woont in de buurt.

先生はすぐ近くに住んでいます。

- Ze woont op het platteland.
- Ze woont in het land.

彼女はいなかに住んでいる。

- Hij woont in een appartement.
- Hij woont in een woning.

彼はアパートに住んでいる。

- Ik weet waar ge woont.
- Ik weet waar je woont.

あなたがどこに住んでいるのか知っています。

- Weet je waar ze woont?
- Weet u waar ze woont?

彼女がどこに住んでいるか知っていますか。

woont in mijn buurt.

うちから12駅以内に住んでる人 でした

Hij woont boven mij.

彼は私の上の階に住んでいる。

Waar woont gij eigenlijk?

ところで、君はどこに住んでいるの。

Waar woont je oom?

君のおじさんはどこに住んでいるの?

Zij woont in Yokohama.

彼女は横浜に住んでいる。

Hij woont in Tokio.

- 彼は東京に住んでいます。
- 彼は東京で暮らしている。

Hij woont in Boston.

彼はボストン市に住んでいる。

Tom woont in Boston.

トムはボストンに住んでいる。

Waar woont u nu?

今何処に住んでいますか。

Tom woont in Gangnam.

トムは江南区に住んでいます。

Waar woont ze nu?

彼女は今どこに住んでいますか。

Hij woont in Nagasaki.

彼は長崎に住んでいる。

Hij woont in Osaka.

大阪に住んでいます。

Hij woont in Engeland.

彼はイングランドに住んでいます。

Hij woont in Kioto.

彼は京都に住んでいる。

Carol woont in Chicago.

キャロルはシカゴに住んでいる。

Woont Tom in Boston?

- トムはボストンに住んでいるの?
- トムってボストンで暮らしてるの?

Maria woont in Helsinki.

マリアは、ヘルシンキに住んでいます。

- Hij woont bij zijn ouders.
- Hij woont samen met zijn ouders.

彼は両親と住んでいる。

- Tom woont in de buurt.
- Tom woont hier in de buurt.

トムはこの近くに住んでる。

- Woont hij in de buurt?
- Woont hij hier in de buurt?

彼はこの近くに住んでいるの?

- Zij woont in een enorm huis.
- Ze woont in een gigantisch huis.

彼女はとても大きな家に住んでいる。

- Naoko woont in dat witte huis.
- Naoko woont in dit witte huis.

直子さんはあの白い家に住んでいます。

- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Waar wonen jullie?
- Waar woont u?

- どこに住んでいますか。
- どちらにお住まいですか。

Niemand woont in dit huis.

- この家には誰も住んでいない。
- この家には誰も住んでないよ。

In dit gebouw woont niemand.

あのビルには誰も住んでいないよ。

Ze woont in dat dorp.

彼女はこの村に住んでいます。

Weet u waar ze woont?

彼女がどこに住んでいるか知っていますか。

Hij woont bij zijn ouders.

彼は両親と住んでいる。

Hij woont op het platteland.

彼は田舎に住んでいる。

Hij woont niet in Sendai.

彼は仙台に住んではいない。

Hij woont hier niet meer.

彼はもうここには住んでない。

Hij woont in deze straat.

彼はこの通りに住んでいる。

Ik weet waar hij woont.

彼がどこに住んでいるのか知ってるよ。

Zeg me waar ze woont.

彼女がどこに住んでいるかを教えてください。

Hij woont in een havenstad.

彼は港町に住んでいる。

Ik weet waar je woont.

あなたがどこに住んでいるのか知っています。

Mijn broer woont in Tokio.

私の兄は東京に住んでいる。

Mijn broer woont in Boston.

- 弟はボストンに住んでいます。
- 兄はボストンに住んでいます。

Hij woont in een appartement.

彼はアパートに住んでいる。

Mijn broertje woont in Boston.

弟はボストンに住んでいます。

Woont ge bij uw ouders?

ご両親と一緒に住んでいますか?

John woont in New York.

ジョンはニューヨークに住んでいる。