Translation of "Meisje" in Japanese

0.016 sec.

Examples of using "Meisje" in a sentence and their japanese translations:

Het meisje is eenzaam.

その彼女は孤独だ。

Dat meisje is knap.

あの女性、綺麗だなぁ。

Ik ben een meisje.

- 私は女だ。
- 私は女性です。

Wie is dat meisje?

- この少女は誰ですか。
- この女の子は誰?

- Het meisje heeft schrik van honden.
- Het meisje is bang voor honden.

その少女は犬をこわがります。

- Ze is moedig voor een meisje.
- Voor een meisje is ze moedig.

彼女は女の子だが、勇敢だ。

- Ben je in dat meisje geïnteresseerd?
- Interesseer je je voor dat meisje?

- あの女の子に気があるのかい。
- あの女の子に興味があるの?

Maar reeds als jong meisje

幼い頃から私は

Het jonge meisje lachte zorgeloos.

少女は無邪気に笑った。

Een meisje verscheen voor me.

少女が私の前に現れた。

Het meisje knuffelde haar pop.

女の子は人形を抱きしめた。

Een meisje belde me op.

ある女の子から電話がかかってきた。

Ze is een aardig meisje.

彼女は親切な女の子です。

Ze is zo'n lief meisje!

- 彼女は何とかわいらしい少女でしょう。
- あら、かわいい女の子だこと。

Ze is een knap meisje.

彼女はみためにかわいい少女だ。

Een jongen of een meisje?

男の子ですか女の子ですか。

Vind je dit meisje leuk?

この女が好きですか。

Kom hier, meisje, ga zitten!

来い、お嬢ちゃんよ、座ってて!

Dat meisje kan niet fietsen.

その女の子は自転車に乗ることができません。

Het meisje waste haar haar.

女の子は髪を洗った。

Ze adopteerden het kleine meisje.

彼らはその少女を養女にした。

Ik ontmoette een Amerikaans meisje.

- 私はアメリカ人の少女に会った。
- わたしは一人のアメリカ人女性に会った。

Het arme meisje werd blind.

かわいそうにその女の子は失明した。

Anna is een klein meisje.

アンは小さな女の子です。

Ze is inderdaad een lief meisje.

彼女は、ほんとうにかわいらしい少女だ。

Peter werd verliefd op het meisje.

ピーターはその子を恋するようになった。

Het meisje lijkt op haar moeder.

- その少女はお母さんに似ている。
- その女の子は彼女の母親と似ている。

Dat meisje lijkt wel een jongen.

その女の子は男の子のように見える。

Hij werd verliefd op het meisje.

彼はその娘にほれこんだ。

Hij is smoorverliefd op dat meisje.

彼はあの娘に完全に参っている。

Het meisje stond voor het lokaal.

彼女は教室の前の方に立っていた。

Ze is een heel braaf meisje.

彼女はとても親切な少女です。

Het meisje liet de vogel ontsnappen.

少女は鳥を逃がしてやった。

Het meisje heeft schrik van honden.

その少女は犬をこわがります。

Heb je ooit een meisje gekust?

女の子とキスしたことある?

Jane is een zeer charmant meisje.

ジェーンはたいへん魅力的な女の子だ。

- Het meisje dat piano speelt is mijn zuster.
- Het meisje aan de piano is mijn zuster.

ピアノを弾いている少女は私の妹です。

- Jill is het enige meisje van onze club.
- Jill is het enige meisje in onze club.

ジルはわれわれのクラブでただ1人の女性です。

Toen ik een meisje bleek te zijn,

女の子が生まれたのですが

Het meisje met blauwe ogen is Jane.

青い目をした少女はジェーンです。

Het meisje is klein voor haar leeftijd.

その少女は年の割に小さい。

Het meisje zag er zo bleek uit.

その少女はとても青い顔をしていました。

De jongeman redde het meisje van verdrinking.

その若者は少女を溺死から救った。

"Wie is dat meisje?" "Dat is Keiko."

「あの少女は誰ですか」「ケイコです」

Is het een jongen of een meisje?

男の子ですか女の子ですか。

Ik ken het meisje dat tennis speelt.

私はテニスをしている女の子を知っています。

Dat komt doordat je een meisje bent.

あなたが女の子だからよ。

De ogen van dat meisje zijn blauw.

あの少女の目は青い。

Dat meisje is arrogant vanwege haar schoonheid.

あの女の子は美人であるとうぬぼれている。

Ze is het meisje van mijn dromen.

彼女は僕の理想の人です。

- Het meisje is naar school gegaan ondanks haar ziekte.
- Het meisje ging naar school ondanks haar aandoening.

少女は病気にもかかわらず学校へいった。

Het bleek dat mijn meisje van reggae hield

実は娘はレゲエ音楽が好きで

Ik vraag me af wie dat meisje is.

あの女の子は誰だろう。

- Ik heb een dochter.
- Ik heb een meisje.

私には娘がいます。

Je had je aan het meisje moeten voorstellen.

君はその娘さんに自己紹介すべきだった。

Wie is het meisje in een gele regenjas?

- 黄色いレインコートを着ている女の子はだれですか。
- あの黄色いレインコートの女の子って誰なの?

Alleen gelaten begon het kleine meisje te huilen.

一人ぼっちにされたので、その小さな女の子は泣きだした。

Wie is het meisje in de roze jurk?

- ピンクの服を着ている少女は誰ですか。
- ピンクのドレスを着ている女の子は誰ですか。

Het meisje was bang voor haar eigen schaduw.

その少女は自分の影におびえていた。

Het meisje was zwaar verwond in het verkeersongeluk.

その少女は交通事故でひどくけがをした。

Het meisje kreeg een prijs voor goed gedrag.

その少女はその善行に対して賞を与えられた。

Het meisje gelooft nog steeds in de kerstman.

その少女はサンタクロースがいると今も信じている。

Ja, ooit was ze een heel schuchter meisje.

ああ。昔はとても内気な女の子だったからね。

Hoewel ze een meisje is, is ze dapper.

彼女は女の子だが、勇敢だ。

Ik ben nooit verliefd geworden op een meisje.

私は女の子に惚れたことがない。

Dat is het meisje dat ik goed ken.

あれは私がよく知っている少女です。

Het meisje dat daar loopt, is mijn zusje.

向こうで走っている少女は私の妹です。

Is je kind een jongen of een meisje?

君のお子さんは男の子ですか、女の子ですか?

Het meisje evenals haar ouders waren heel sympathiek.

両親同様に少女も大変思いやりがあった。

- Het meisje waarover ik je verteld heb woont hier.
- Het meisje over wie ik je verteld heb woont hier.

私が君に話した女の子はここに住んでいる。