Translation of "Wagen" in Italian

Hij heeft een buitenlandse wagen.

Ha un'auto straniera.

Ik wil een wagen huren.

Voglio noleggiare una macchina.

...die zich in de poolnacht wagen.

che si avventurano nella notte polare.

Jij bent het vijfde wiel aan de wagen.

- Sei l'ultima ruota del carro.
- Tu sei l'ultima ruota del carro.

- Je gaat het proberen.
- Je gaat een poging wagen.

- Stai per provare.
- Tu stai per provare.

Sommigen, zoals mijn moeder, sprongen op de 'Great Migration'-wagen --

Alcuni, come mia madre, si sono aggrappati al vagone della Grande Migrazione,

Deze oude wagen is de jouwe als je hem wilt hebben.

Questa vecchia auto è tua se la vuoi.

Het afnemende licht vormt een bondgenoot voor een jager. Gnoes wagen het niet om te slapen.

La luce fioca è alleata dei predatori. Gli gnu non osano dormire.

- Men moet het paard niet achter de wagen spannen.
- Je moet niet op de zaken vooruitlopen.

Non bisogna mettere il carro davanti ai buoi.

- Mijn vader heeft dezelfde auto als de heer Kimura.
- Mijn vader en meneer Kimura hebben dezelfde wagen.

- Mio padre ha la stessa macchina del signor Kimura.
- Mio padre ha la stessa auto del signor Kimura.
- Mio padre ha la stessa automobile del signor Kimura.