Translation of "Telt" in Italian

Iedereen telt.

Ogni persona conta.

Het telt.

- Importa.
- Conta.

Wie telt er?

Chi conta?

Elke minuut telt.

- Ogni minuto conta.
- Conta ogni minuto.

Een week telt zeven dagen.

Una settimana ha sette giorni.

- Dat is belangrijk.
- Het telt.

È importante.

Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

Uomo avvisato è mezzo salvato.

- Is dit van belang?
- Telt dit?

- Questo conta?
- Questa conta?

Het Engels alfabet telt 26 letters.

L'alfabeto inglese ha 26 lettere.

Hoeveel letters telt het Engelse alfabet?

Quante lettere ci sono nell'alfabeto inglese?

Zijn efficiëntie en winst het enige dat telt.

gli unici obiettivi sono efficienza e profitto.

- Alles telt.
- Alles doet ertoe.
- Alles is belangrijk.

- Tutto importa.
- Importa tutto.

- Doet het ertoe?
- Telt dit?
- Is dat belangrijk?

È importante?

"Het is niet de tuin , maar het tuinieren dat telt."

"Non è il giardino che conta, ma come lo curi."

Het enige wat telt is het vinden van een goedkope auto.

La sola cosa che conta è trovare una macchina a buon prezzo.

- Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
- Een gewaarschuwd man is er twee waard.

Uomo avvisato, mezzo salvato.