Translation of "Kantoor" in Italian

Waar is mijn kantoor?

Dov'è il mio ufficio?

Tot morgen op kantoor.

A domani in ufficio.

Zij is op kantoor.

- È in ufficio.
- Lei è in ufficio.

Dit is mijn kantoor.

Questo è il mio ufficio.

Is meneer Jones op kantoor?

Il signor Jones è in ufficio?

Ik zal in mijn kantoor zijn.

- Sarò nel mio ufficio.
- Io sarò nel mio ufficio.

- Mijn kantoor bevindt zich op de vijfde verdieping.
- Mijn kantoor is op de vijfde verdieping.

Il mio ufficio è al quinto piano.

De deur van het kantoor is geel.

La porta dell'ufficio è gialla.

Tom en Mary werken in hetzelfde kantoor.

Tom e Mary lavorano nello stesso ufficio.

De mensen op kantoor zullen nooit instemmen.

Le persone nell'ufficio non saranno mai d'accordo.

En gingen ze in ons kantoor luidop lezen

e ci siamo seduti in ufficio a leggerli ad alta voce,

Deze morgen is Tom naar mijn kantoor gekomen.

- Tom è venuto nel mio ufficio stamattina.
- Tom è venuto nel mio ufficio questa mattina.

De meubels in dit kantoor zijn zeer modern.

I mobili in questo ufficio sono veramente moderni.

Ik wil jullie allebei op mijn kantoor zien.

- Voglio vedervi entrambi nel mio ufficio.
- Voglio vedervi entrambe nel mio ufficio.

Op een dag toen we in zijn kantoor zaten,

Quindi un giorno, mentre eravamo seduti in ufficio,

Normaal gaat mijn vader met de bus naar kantoor.

Mio padre di solito va al suo ufficio in autobus.

Het kantoor van de burgemeester is in het stadhuis.

L'ufficio del sindaco è nel municipio.

Tom luncht vlak bij het kantoor waar hij werkt.

Tom pranza vicino all'ufficio dove lavora.

Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.

L'ufficio del signor Popescu si trova al decimo piano.

- Ik wil je iets laten zien in mijn bureau.
- Ik wil je iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil u iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil jullie iets laten zien in mijn kantoor.

Voglio mostrarti una cosa nel mio ufficio.

Kom bij mijn kantoor langs, zo zal ik het je uitleggen.

Vieni da me in ufficio così ti spiego.

Tom kwam naar mijn kantoor om me om geld te vragen.

Tom è venuto a trovarmi al lavoro per chiedermi dei soldi.

De man die je gisteren in mijn kantoor zag komt uit België.

- L'uomo che hai visto nel mio ufficio ieri viene dal Belgio.
- L'uomo che ha visto nel mio ufficio ieri viene dal Belgio.
- L'uomo che avete visto nel mio ufficio ieri viene dal Belgio.