1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-English
  4. Wonnen

Translation of "Wonnen" in English

0.004 sec.

Examples of using "Wonnen" in a sentence and their english translations:

- De meiden wonnen.
- De meisjes wonnen.

The girls won.

Zij wonnen.

They won.

We wonnen.

We won.

Ze wonnen daadwerkelijk.

They did win.

Wij wonnen de bronzen medaille.

We won the bronze medal.

Ze wonnen de zilveren medaille.

They won the silver medal.

Zoals algemeen verwacht, wonnen de Russen.

- The Russians won, as everyone expected.
- Like everyone expected, the Russians won.

- Ze hebben daadwerkelijk gewonnen.
- Ze wonnen daadwerkelijk.

They did win.

- De Chiefs hebben de Super Bowl gewonnen.
- De Chiefs wonnen de Super Bowl.

The Chiefs won the Super Bowl.