Translation of "Vriendin" in English

- Hoe heet uw vriendin?
- Hoe heet je vriendin?

What's your girlfriend's name?

- Ben jij Toms vriendin?
- Ben jij Tom zijn vriendin?

Are you Tom's girlfriend?

- Ik ben Toms vriendin.
- Ik ben Tom zijn vriendin.

I'm Tom's girlfriend.

- Is dat Toms vriendin?
- Is dat Tom zijn vriendin?

Is that Tom's girlfriend?

- Wie is Tom zijn vriendin?
- Wie is Toms vriendin?

- Who is Tom's girlfriend?
- Who's Tom's girlfriend?

- Mijn vriendin is een Chinese.
- Mijn vriendin is Chinees.

My girlfriend is Chinese.

- Ken zoende Toms vriendin.
- Ken zoende Tom zijn vriendin.

Ken kissed Tom's girlfriend.

- Toms vriendin is Canadees.
- Tom zijn vriendin is Canadees.

Tom's girlfriend is Canadian.

- Dat is Tom zijn vriendin.
- Dat is Toms vriendin.

That's Tom's girlfriend.

- Sami's vriendin is schattig.
- Sami zijn vriendin is schattig.

Sami's girlfriend is cute.

- Waarom heb je geen vriendin?
- Waarom heeft u geen vriendin?
- Waarom hebben jullie geen vriendin?

Why don't you have a girlfriend?

- Zij is mijn beste vriendin.
- Ze is mijn beste vriendin.

- She's my best friend.
- She is my best friend.

- Ik wil jouw vriendin zijn.
- Ik wil je vriendin zijn.

I want to be your friend.

- Tom heeft zijn vriendin telefonisch gesproken.
- Tom belde zijn vriendin.

Tom telephoned his friend.

Was mijn vriendin Melissa.

was my friend Melissa.

Hij heeft geen vriendin.

He has no girlfriend.

Ze is mijn vriendin.

She is my girlfriend.

Zijn vriendin is Japans.

His girlfriend is Japanese.

Heb je een vriendin?

Do you have a girlfriend?

Heeft hij een vriendin?

Does he have a girlfriend?

Laurie is mijn vriendin.

Laurie is my girlfriend.

Mijn vriendin tennist niet.

My friend doesn't play tennis.

Ik heb een vriendin.

- I have a girlfriend.
- I have a friend.

Heeft Tom een vriendin?

Does Tom have a girlfriend?

Ik wil een vriendin.

I want a girlfriend.

Tom heeft een vriendin.

Tom has a girlfriend.

Mijn vriendin heet Laurie.

My girlfriend is named Laurie.

Mary is Toms vriendin.

Mary is Tom's girlfriend.

Mijn vriendin is Chinees.

My girlfriend is Chinese.

Dat is mijn vriendin.

This is my friend.

Is dat jouw vriendin?

Is that your girlfriend?

Jij bent mijn vriendin.

- You are my friend.
- You're my friend.
- You're my girlfriend.
- You are my girlfriend.

Wie is jouw vriendin?

- Who is your girlfriend?
- Who's your girlfriend?

Waar is jouw vriendin?

Where's your girlfriend?

Maria is mijn vriendin.

Mary is my girlfriend.

Waar is jullie vriendin?

- Where's your friend?
- Where is your friend?

Dit is mijn vriendin.

This is my girlfriend.

Mijn vriendin is Canadees.

- My girlfriend is Canadian.
- My boyfriend is Canadian.

Spreekt jouw vriendin Engels?

Does your girlfriend speak English?

Hoe heet uw vriendin?

What is your friend's name?

Ik mis mijn vriendin.

- I miss my friend.
- I miss my girlfriend.

Mijn vriendin beledigde mij.

My girlfriend insulted me.

Dat is haar vriendin.

That's her girlfriend.

Was Layla jouw vriendin?

Was Layla your girlfriend?

Is Maria jouw vriendin?

Is Mary your girlfriend?

Tom belde zijn vriendin.

Tom telephoned his friend.

Sami heeft een vriendin.

Sami has a girlfriend.

Spreekt jouw vriendin Frans?

Does your girlfriend speak French?

Mijn vriendin is hier.

My friend is here.

- Zijn vriendin droeg een rood zomerkleed.
- Zijn vriendin droeg een rode zomerjurk.

His girlfriend wore a red Summer dress.

- Ik wil niet jouw vriendin zijn.
- Ik wil jouw vriendin niet zijn.

I don't want to be your girlfriend.

Isabela was mijn eerste vriendin.

Isabela was my first girlfriend.

Mijn beste vriendin heet Dominga.

My best friend is called Dominga.

Mijn vriendin is erg jaloers.

My girlfriend is very jealous.