Translation of "Russisch" in English

0.007 sec.

Examples of using "Russisch" in a sentence and their english translations:

- Spreek je Russisch?
- Spreekt u Russisch?
- Spreken jullie Russisch?

Do you speak Russian?

- Spreek je Russisch?
- Spreekt u Russisch?
- Spreken jullie Russisch?
- Kan je Russisch spreken?

Do you speak Russian?

- Spreekt u Russisch?
- Spreken jullie Russisch?

- Do you speak Russian?
- Can you speak Russian?

- Tom kan Russisch spreken.
- Tom kent Russisch.

Tom knows Russian.

- Spreek je Russisch?
- Kan je Russisch spreken?

- Do you speak Russian?
- Can you speak Russian?

- Tom kan Russisch spreken.
- Tom spreekt Russisch.

Tom speaks Russian.

- Hij spreekt perfect Russisch.
- Hij spreekt uitstekend Russisch.

He speaks Russian perfectly.

Zij spreekt Russisch.

She can speak Russian.

Zij zijn Russisch.

- They are Russian.
- They're Russian.

Hij spreekt Russisch.

He speaks Russian.

Ik spreek Russisch.

I speak Russian.

Kun je Russisch?

Do you know how to speak Russian?

Spreek je Russisch?

Do you speak Russian?

Ik leer Russisch.

- I'm learning Russian.
- I am learning Russian.

Spreekt u Russisch?

Do you speak Russian?

Hij spreekt perfect Russisch.

He speaks Russian perfectly.

Hij spreekt ook Russisch.

- He can speak Russian as well.
- He can speak Russian, too.
- He can also speak Russian.

Ik spreek geen Russisch.

I don't speak Russian.

Kun je Russisch verstaan?

Can you understand Russian?

Ik ga Russisch studeren.

I'm going to study Russian.

Hun moeder is Russisch.

Their mother is Russian.

Kan je Russisch spreken?

Can you speak Russian?

Haar moeder is Russisch.

Her mother is Russian.

Uw moeder is Russisch.

Your mother is Russian.

Ik kan geen Russisch.

I don't know Russian.

Ik wil Russisch leren.

I want to learn Russian.

Die schrijver is Russisch.

This writer is Russian.

- Russisch is erg moeilijk te leren.
- Russisch leren is heel moeilijk.

Russian is very difficult to learn.

- Ik ken Portugees, Engels, en Russisch.
- Ik spreek Portugees, Engels en Russisch.

I know Portuguese, English, and Russian.

- Heb je een Duits-Russisch woordenboek?
- Heeft u een Duits-Russisch woordenboek?

Do you have a German-Russian dictionary?

In 2012 leerde ik Russisch.

In 2012, I learned Russian.

Ik spreek Esperanto en Russisch.

I speak Esperanto and Russian.

Hij heeft snel Russisch verworven.

He acquired Russian quickly.

Hij is Russisch van geboorte.

He is a Russian by birth.

Ik spreek een beetje Russisch.

- I speak a little bit of Russian.
- I speak a little Russian.

Russisch is niet zijn moedertaal.

Russian is not his native language.

Zeg het in het Russisch!

Say it in Russian!

- Je kunt zowel Russisch als Chinees spreken.
- U kunt zowel Russisch als Chinees spreken.
- Jullie kunnen zowel Russisch als Chinees spreken.

You can speak both Russian and Chinese.

Russisch is erg moeilijk te leren.

Russian is very difficult to learn.

Ik spreek Engels, Russisch en Globish.

I speak English, Russian and Globish.

- Het zijn Russen.
- Zij zijn Russisch.

- They are Russian.
- They're Russian.

Tom spreekt vijf talen, waaronder Russisch.

Tom speaks five languages, including Russian.

Ik ken Portugees, Engels, en Russisch.

I know Portuguese, English, and Russian.

Het Russisch is een Slavische taal.

Russian is a Slavic language.

Rusland wordt "Rossiya" genoemd in het Russisch.

Russia is called "Rossiya" in Russian.

Kirgiziƫ wordt "Kirgiziya" genoemd in het Russisch.

Kyrgyzstan is called "Kirgiziya" in Russian.

Zij is een moedertaalspreker van het Russisch.

She is a native speaker of Russian.

Hoe zeg je dat in het Russisch?

How do you say that in Russian?

Heeft u een boek in het Russisch?

Do you have any books in Russian?

Ik weet niet zo veel Russisch meer.

I don't remember much Russian.

- Men moet de tekst vertalen in het Wit-Russisch.
- De tekst moet in het Wit-Russisch vertaald worden.

The text needs to be translated into Belarusian.

Ik ken een man die goed Russisch spreekt.

I know a man who can speak Russian well.

We hebben Russisch geleerd in plaats van Frans.

We learned Russian instead of French.

Ik ben blij, omdat ik eindelijk Russisch studeer.

I'm happy because I'm studying Russian finally.