Translation of "Koopt" in English

- Hij koopt medicijnen.
- Hij koopt medicamenten.

He buys medicine.

- Ze koopt brood.
- Zij koopt brood.

She buys bread.

Tom koopt.

Tom is buying.

Hij koopt kleding.

He buys clothes.

Jij koopt brood.

You buy bread.

Tom koopt brood.

Tom is buying bread.

Ze koopt brood.

She buys bread.

U koopt brood.

You buy bread.

Hij koopt geneesmiddelen.

He buys medicine.

Ze koopt eten.

She is buying food.

Wie koopt er?

- Who's buying?
- Who would buy this?
- Who'd buy this?

Hij koopt brood.

He buys bread.

Hij koopt sigaretten.

He buys cigarettes.

Ze koopt sigaretten.

She buys cigarettes.

- Jij koopt brood.
- U koopt brood.
- Jullie kopen brood.

You buy bread.

- Tom koopt alleen eieren van scharrelkippen.
- Tom koopt alleen scharreleieren.

Tom only buys free-range eggs.

Waar koopt u groenten?

Where do you buy vegetables?

Geld koopt geen geluk.

- Money cannot buy happiness.
- Money can't buy happiness.

Maria koopt geen brood.

Mary doesn't buy bread.

Ze koopt een computer.

She buys a computer.

De jongen koopt een hond.

The boy buys a dog.

Wie koopt dit soort kunst?

Who buys this type of art?

Hij koopt een oude hoed.

He is buying a vintage hat.

Ze koopt alleen tweedehands kleding.

She only buys second-hand clothing.

Iedere toeschouwer koopt een kaartje.

Every spectator buys a ticket.

Tom koopt en verkoopt auto's.

Tom buys and sells cars.

Ze koopt boeken in de boekwinkel.

She is buying books in the bookstore.

Toms moeder koopt nog zijn kleren.

Tom's mother still buys his clothes for him.

Tom koopt toch wat we nodig hebben?

Tom is buying what we need, isn't he?

Ze koopt een stuk speelgoed voor haar kind.

She is buying a toy for her child.

Hij koopt de tabak op de zwarte markt.

He buys the tobacco at the black market.

- Waar koop je buskaartjes?
- Waar koopt men buskaartjes?

Where do you buy bus tickets?

Als je 1 of 2 displates koopt, en maar liefst 37 procent korting als je er 3 of meer koopt.

when you buy 1 or 2 displates, and a huge  37 per cent off when you buy 3 or more.

- Geluk kun je niet kopen.
- Geld koopt geen geluk.

- You cannot buy happiness.
- Happiness can't be bought.
- You can't buy happiness.
- Happiness cannot be bought.

Jij moet weten of je het koopt of niet.

It is up to you whether to buy it or not.

- Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
- Als je mij een ijsje koopt, dan geef ik je een kus.

- If you buy me an ice cream, I'll kiss you.
- If you buy me an ice cream, I'll give you a kiss.

Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.

- If you buy me an ice cream, I'll kiss you.
- If you buy me an ice cream, I'll give you a kiss.

Als je een drankje koopt in een winkel of een café

When you buy a drink at the take away shop or cafe,

Moeder koopt elke woensdag een grote lap varkensvlees bij de slager.

Mom buys a large slice of pork every Wednesday at the butcher's.

- Waar koop je groenten?
- Waar kopen jullie groenten?
- Waar koopt u groenten?

Where do you buy vegetables?

- Hoe koop je zilver?
- Hoe koopt u zilver?
- Hoe kopen jullie zilver?

How do you buy silver?

Ik wil dat je naar de supermarkt gaat en wat melk koopt.

I need you to go to the supermarket and buy some milk.

- Hoe vaak koop jij een tandenborstel?
- Hoe vaak koopt u een tandenborstel?

How often do you buy a toothbrush?

- Geld maakt niet gelukkig.
- Geld koopt geen geluk.
- Geld kan geen geluk kopen.

- Money cannot buy happiness.
- Money can't buy happiness.
- You cannot buy happiness.
- One does not buy happiness.
- Money doesn't buy happiness.
- You can't buy happiness.

Als je vliegensvlug een kaartje koopt, dan kan je de trein nog net halen.

- If you can buy a ticket in less than no time, you might still catch the train.
- If you buy a ticket swiftly, you might still catch the train.

- Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
- Als je mij een ijsje koopt, dan geef ik je een kus.
- Als je mij een ijsje betaalt, dan geef ik je een zoen.

- If you buy me an ice cream, I'll kiss you.
- If you buy me an ice cream, I'll give you a kiss.

- Waarom koopt u geen nieuwe auto?
- Waarom kopen jullie geen nieuwe auto?
- Waarom koop je geen nieuwe auto?

Why don't you buy a new car?

- Als je mij ijs koopt, dan zal ik je kussen.
- Als je mij een ijsje betaalt, dan geef ik je een zoen.

- If you buy me an ice cream, I'll kiss you.
- If you buy me an ice cream, I'll give you a kiss.