Translation of "Kalkoen" in English

0.005 sec.

Examples of using "Kalkoen" in a sentence and their english translations:

Deze kalkoen is lekker.

This turkey is delicious.

Deze kalkoen smaakt goed.

This turkey tastes good.

Sami eet nooit kalkoen.

Sami never eats turkey.

- Hebt ge al kalkoen gegeten?
- Heb je al eens kalkoen gegeten?

Have you ever eaten turkey?

Kalkoen, mond en een mond.

Turkey, mouth and a mouth.

Ik at een broodje kalkoen.

I ate a turkey sandwich.

Veel mensen eten kalkoen op kerstdag.

Many people eat turkey on Christmas Day.

Maria heeft nog nooit een kalkoen gekookt.

Mary has never cooked a turkey.

Onze familie eet meestal kalkoen met Kerstmis.

Our family usually has turkey for Christmas.

Nog één uur en de kalkoen is klaar.

One more hour and the turkey will be ready.

Een kalkoen is iets groter dan een kip.

A turkey is a little bigger than a chicken.

Tom sneed de kalkoen met een elektrisch mes.

Tom cut the turkey with an electric knife.

De gastheer sneed de kalkoen aan voor de gasten.

- The host cut the turkey for the guests.
- The host carved the turkey for the guests.

Tom at een broodje kalkoen en dronk een glas sinaasappelsap.

Tom ate a turkey sandwich and drank a glass of orange juice.

Omdat ze vegetariër is, at ze tofoe in plaats van kalkoen.

She's vegetarian, so she ate tofu instead of turkey.

Maria bond een schort om haar middel en haalde de kalkoen uit de oven.

Mary tied an apron around her waist and then took the turkey out of the oven.

Wat zou je liever hebben met kerst? Ham of kalkoen? Geen van beide, ik ben veganist.

What would you rather have at Christmas? Ham or turkey? Neither one, I'm vegan.