Translation of "Lekker" in English

0.109 sec.

Examples of using "Lekker" in a sentence and their english translations:

Lekker!

- Yum yum!
- Yummy!

Slaap lekker.

Sleep tight.

Hoe lekker!

How delicious!

Droom lekker!

Sweet dreams.

- Is dat lekker?
- Hoe is het, lekker?

- Does that taste good?
- Is that tasty?

- Vind je sinaasappelsap lekker?
- Vindt u sinaasappelsap lekker?
- Vinden jullie sinaasappelsap lekker?

Do you like orange juice?

Je ruikt lekker.

You smell good.

Ooh! Chocolademousse. Lekker.

Ooh! Chocolate mousse. Yummy.

Het ruikt lekker!

It smells good!

Het is lekker!

- It's delicious!
- It's delicious.
- It is delicious.

- Lekker!
- Heerlijk!
- Yummy!

- Yum yum!
- Delicious!

Alles was lekker!

All of it was delicious!

Slaap lekker, Timmy.

Sleep well, Timmy.

Bananen zijn lekker.

Bananas are delicious.

Is het lekker?

Is it tasty?

Het is lekker.

It tastes good.

Alles is lekker!

Everything tastes good!

- Goedenacht.
- Slaap lekker.

- Have a great night.
- Good night.
- Goodnight.

- Vond u het slaatje lekker?
- Vond je het slaatje lekker?

Did you enjoy the salad?

Het water smaakt lekker.

The water is tasty.

Deze bloem ruikt lekker.

- This flower smells nice.
- That flower smells sweet.

Het is erg lekker.

It tastes very good.

Dit is erg lekker.

- It tastes very good.
- It tastes very great.
- This is really delicious.
- This tastes very good.

Die peer ruikt lekker.

This pear smells nice.

Vreemd eten smaakt lekker.

The strange food has a good taste.

Die appels zijn lekker.

The apples are delicious.

- Slaap wel.
- Slaap lekker!

Sleep well!

Goedenacht. Droom maar lekker.

Good night. Sweet dreams.

De rozen ruiken lekker.

- The roses smell nice.
- The roses smell good.

De boter ruikt lekker.

The butter smells good.

Deze soep smaakt lekker.

This soup tastes good.

Vind je appels lekker?

Do you like apples?

Deze kalkoen is lekker.

This turkey is delicious.

Dit water smaakt lekker.

- This water tastes good.
- That water tastes good.

Dat parfum ruikt lekker.

That perfume smells good.

Deze bes is lekker.

This berry's tasty.

Dat smaakt echt lekker!

This sure tastes good!

Deze thee ruikt lekker.

- This tea smells good.
- This tea smells nice.

Dit gerecht is lekker.

This dish is delicious.

Ruikt dat niet lekker?

Doesn't that smell good?

De rijst is lekker.

- The rice is delicious.
- The rice is yummy.

- Welterusten.
- Slaap lekker!
- Welterusten!

- Sweet dreams!
- Sleep well!

Slaap lekker, mijn prinses.

Sleep well, my princess.

De kaas was lekker.

The cheese was delicious.

- Deze wijn is erg lekker.
- Deze wijn is heel erg lekker!

This wine is extremely delicious.

Als je bier lekker vindt, dan vind je wijn misschien ook lekker.

If you like beer, you might like wine.

Ik voel me niet lekker.

I'm not feeling too good.

Want ze smaakt zo lekker.

because it tastes just that good.

Wat een lekker weertje vandaag!

How fine it is today.

- Slaap lekker, Timmy.
- Slaapwel, Timmy.

- Sweet dreams, Timmy.
- Good night, Timmy!
- Goodnight, Timmy.
- Sleep well, Timmy.

Deze wijn is erg lekker.

This wine is extremely delicious.

Ik vind deze thee lekker.

I like this tea.

Die hamburger was heel lekker.

That hamburger really was delicious.

Vond je de maaltijd lekker?

Did you like the meal?