Translation of "Is”" in English

- Wat voorbij is, is voorbij.
- Wat gebeurd is, is gebeurd.

Let bygones be bygones.

Wat gebeurd is, is gebeurd. Het is geschiedenis.

What's happened, has happened. It's history.

- Dat is vreemd.
- Het is vreemd.
- Dat is raar.
- Het is raar.

- That's weird.
- That's odd.
- This is weird.
- It's strange.
- It's weird.
- This is awkward.
- This is odd.
- It's odd.
- That's peculiar.
- It feels weird.

- Zij is mooi.
- Het is mooi.
- Ze is knap.
- Hij is knap.

- He's looking good.
- She is beautiful.
- She's beautiful.
- She's pretty.
- It's beautiful.
- He looks nice.
- He is handsome.
- She is pretty.
- He's handsome.
- He's attractive.

- Tom is schichtig.
- Tom is enthousiast.
- Tom is opgewonden.
- Tom is onrustig.

- Tom is skittish.
- Tom's excited.
- Tom is agitated.
- Tom is excited.

- Het is vuilnis.
- Het is rotzooi.
- Het is afval.
- Het is rommel.

It's garbage.

- Dit is grappig.
- Dat is leuk.
- Dat is grappig.
- Dat is amusant.

- That's funny.
- That's fun.
- It's amusing.

- Dit is verrassend.
- Dat is verrassend.
- Het is raar.
- Dit is vreemd.

- That is surprising.
- That's strange.
- That's weird.
- This is surprising.
- Strange.
- That's odd.
- This is weird.
- It's weird.
- This is odd.
- It's odd.

- Is het gratis?
- Is dat kosteloos?
- Is dat gratis?
- Is dit gratis?

- Is it free?
- Is it free of charge?
- Is this free?
- Is it for free?

- Dit is waanzin.
- Dat is waanzin.
- Dit is gekkenwerk.
- Dit is krankzinnig.

This is crazy.

- Dit is ongepast.
- Dat is ongepast.
- Dit is ongeschikt.
- Dat is ongeschikt.

This is inappropriate.

Het is wat het is.

It's what it is.

Wat gebeurd is, is gebeurd.

- Let bygones be bygones.
- What's done is done.
- It's no use crying over spilt milk.
- Don't cry over spilt milk.

Het is zoals het is.

It is what it is.

- Is het waar?
- Is dat zo?
- Is dat waar?

- Is that true?
- Is it true?
- Is this correct?

Oorlog is vrede. Vrijheid is slavernij. Onwetendheid is kracht.

War is peace. Freedom is slavery. Ignorance is strength.

- Het is persoonlijk.
- Dat is persoonlijk.
- Dit is persoonlijk.

- It's personal.
- That's personal.
- This is personal.

- Tom is bedroefd.
- Tom is triest.
- Tom is verdrietig.

- Tom's sad.
- Tom is sad.

- Tom is gek.
- Tom is waanzinnig.
- Tom is knettergek.

- Tom's insane.
- Tom is insane.

- Wat is dat?
- Wat is dit?
- Wat is het?

- What is it?
- What's that?
- What is this?
- What's this?
- What is that?
- What's this thing?

- Het is betreurenswaardig.
- Het is spijtig.
- Het is jammer.

- That's unfortunate.
- It's regrettable.

- Hij is hier!
- Daar is hij!
- Hier is hij!

Here he is!

- Zij is dood.
- Ze is dood.
- Zij is overleden.

She is dead.

- Tom is alleenstaand.
- Tom is vrijgezel.
- Tom is single.

Tom is unmarried.

- Vechten is slecht.
- Ruzie is slecht.
- Oorlog is slecht.

War is bad.

- Tom is goedgelovig.
- Tom is lichtgelovig.
- Tom is onnozel.

Tom is gullible.

- Tom is stomverbaasd.
- Tom is verbaasd.
- Tom is verbijsterd.

- Tom is dumbfounded.
- Tom's amazed.
- Tom is astonished.
- Tom is stunned.

- Dit is gratis.
- Het is gratis.
- 't Is gratis.

- This is for free.
- It's for free.
- It's free.

- Dit is makkelijk.
- Dit is eenvoudig.
- Het is makkelijk.

- It's easy.
- This is easy.
- That's simple.
- This is simple.
- That's easy.

- Tom is slim.
- Tom is intelligent.
- Tom is pienter.

- Tom is smart.
- Tom is intelligent.
- Tom's smart.

- Mary is leuk.
- Mary is grappig.
- Mary is snoezig.

Mary is cute.

- Het is Tatoeba.
- Dit is Tatoeba.
- Hier is Tatoeba.

- This is Tatoeba.
- Here is Tatoeba.

- Dat is irritant.
- Dat is vervelend.
- Dat is hinderlijk.

That's embarrassing.

- Lesgeven is leren.
- Onderwijzen is leren.
- Leren is leren.

Teaching is learning.

- Het is makkelijk.
- Het is eenvoudig.
- Het is simpel.

- It's easy.
- That's easy.
- It's simple.

- Ze is machtig.
- Ze is krachtig.
- Zij is machtig.

She is powerful.

- Het is heel mooi.
- Het is fantastisch.
- Het is schitterend.
- Het is prachtig.

- Wonderful!
- This is awesome.
- This is perfect.
- This is fabulous.
- This is fantastic.
- This is great.
- This is wonderful.
- This one's great.
- It is marvelous.
- It's wonderful.
- It's great.

- Wie is dood?
- Wie is gestorven?
- Wie is overleden?
- Wie is er doodgegaan?
- Wie is er overleden?

Who died?

- "Is je vrouw Brits?" "Ze is niet Brits, ze is Schots."
- "Is uw vrouw Brits?" "Ze is niet Brits, ze is Schots."

"Is your wife British?" "She isn't British, she's Scottish."

- Roy is geheimzinnig en Ted is openhartig.
- Roy is geheimzinnig en Ted is eerlijk.

Roy is secretive and Ted is candid.

- Het probleem is dat ze onervaren is.
- Het probleem is dat zij onervaren is.

The problem is that she is inexperienced.

- Dit is geen Ivriet. Dit is Jiddisch.
- Dit is geen Hebreeuws. Het is Jiddisch.

This is not Hebrew. It's Yiddish.

- Zij is dood.
- Ze is dood.
- Zij is gestorven.
- Zij is overleden.
- Ze stierf.

- She is dead.
- She died.

- Het is geweldig.
- Het is te gek.
- Het is super.

It's awesome.

- Het is gloednieuw.
- Het is splinternieuw.
- Het is volledig nieuw.

It's brand new.

- Het is bitter koud.
- Het is ijskoud.
- Het is steenkoud.

It's bitter cold.

Wat ik zei is dat Zwarte Piet is zwart is.

summit in 2014: “What I said is that Black Pete is black.

- Tom is vervelend.
- Tom is irritant.
- Tom is een lastpak.

Tom is a pain in the ass.

- Wie is deze persoon?
- Wie is dat?
- Wie is het?

- Who is that person?
- Who's this?
- Who's that?
- Who's this one?
- Who is that?
- Who is this?

- Tom is weer hier.
- Tom is terug.
- Tom is teruggekeerd.

- Tom's returned.
- Tom is back again.
- Tom has returned.

- Hij is gek geworden.
- Hij is razend.
- Hij is woest.

He is really angry.

Is dat liberale democratie gebroken is.

is that liberal democracy is broken.

Dit is anders. Dit is interessant.

This is something different. This is interesting.

- Niemand is perfect.
- Niemand is volmaakt.

- Nobody is perfect.
- Nobody's perfect.
- We all have our faults.
- No one's perfect.

- Alles is uitverkocht!
- Alles is verkocht.

All sold out!

"Wie is dat?" "Dat is Jim."

"Who is he?" "He is Jim."

- Dat is ongebruikelijk.
- Dat is ongewoon.

That's unusual.

- Ze is sterk.
- Zij is sterk.

- She is strong.
- She's strong.

- Dit is Japan.
- Hier is Japan.

- This is Japan.
- Here is Japan.

- Het is ongebruikelijk.
- Het is ongewoon.

It's unusual.

- Het is geweldig.
- Het is prachtig.

- It's marvellous.
- It is marvellous.
- It is marvelous.
- It's marvelous.

- Dat is onvermijdelijk.
- Het is onvermijdelijk.

It's inevitable.

- Ze is oud.
- Zij is oud.

She is old.

- Dat is fout.
- Het is verkeerd.

- It's wrong.
- This is wrong.
- That's untrue.
- This is false.

- Het is ongelofelijk.
- Het is ongelooflijk!

- It's incredible.
- It's incredible!

- Ze is weg.
- Ze is vertrokken.

- She went out.
- She has gone out.

- Hij is zo.
- Zo is hij.

That's the way he is.

- Het is afzichtelijk.
- Het is afschuwelijk.

It's hideous.

- Hij is vriendelijk.
- Hij is aardig.

He is kind.

- Is het wit?
- Is hij wit?

Is it white?

- Dat is verschrikkelijk.
- Dat is rampzalig.

That's devastating.

- Alles is klaar.
- Alles is gereed.

- Everything is ready.
- Everything's ready.
- Everything is ready!

- Het is heerlijk.
- Het is lekker.

It tastes good.

- Zij is onhandig.
- Zij is onbeholpen.

She is awkward.

- Het is ongelofelijk.
- Het is ongelooflijk.

It's unbelievable.

- Samantha is hier.
- Samantha is er.

Samantha has arrived.

- Tom is detective.
- Tom is speurder.

Tom is a detective.

- Ze is vriendelijk.
- Ze is aardig.

- She's nice.
- She is nice.

- Maria is raar.
- Maria is vreemd.

Mary is weird.