Translation of "'we" in English

0.009 sec.

Examples of using "'we" in a sentence and their english translations:

- We spraken.
- We praatten.
- We hebben gepraat.

We talked.

- We spraken.
- We praatten.

We talked.

- We applaudisseren.
- We juichen toe.
- We hebben geapplaudisseerd.

- We applauded.
- We cheered.

- Kennen we jullie?
- Kennen we je?
- Kennen we jou?
- Kennen we u?

Do we know you?

- We hebben gevonden wat we zochten.
- Wat we zochten, hebben we gevonden.

We found what we were looking for.

- We hebben het gehoord.
- We hoorden het.
- We hebben gehoord.
- We hoorden.

We heard.

- We blijven praten.
- We praten verder.
- We praatten verder.
- We bleven praten.

We continued chatting.

We weten wat we willen.

We know what we want.

- Zijn we weg?
- Zullen we?

Shall we go?

- We ontbijten.
- We hebben ontbijt.

- We are having breakfast.
- We're having breakfast.

- We hebben gewandeld.
- We wandelden.

We walked.

- We hebben gegeten.
- We aten.

We ate.

- We hebben geapplaudisseerd.
- We klapten.

We applauded.

- We komen.
- We komen eraan!

- We are coming.
- We're coming.

- We logen.
- We hebben gelogen.

We lied.

- We weigerden.
- We hebben geweigerd.

We refused.

- We begrijpen het.
- Dat snappen we.
- Dat begrijpen we.

- We're getting it.
- We understand that.
- We realize that.
- We understand this.

- We boffen dat we nog leven.
- We hebben geluk dat we nog leven.

We're lucky to be alive.

- We hielden ons stil.
- We hebben ons stil gehouden.
- We zwegen.
- We hebben gezwegen.

We kept quiet.

- We vergeven hem.
- We vergeven haar.
- We vergeven het hem.
- We vergeven het haar.

We forgive him.

- We komen.
- We komen eraan!
- We komen er zo aan.
- We zijn er zo.

- We are coming.
- We're coming.

- We discussieerden over wat we zouden doen.
- We discussieerden over wat we moesten doen.

We discussed what to do.

- Kom, we zijn weg.
- We moeten gaan.
- Laten we gaan!

- Go ahead!
- Let's go!

- Zakken we weg?
- Zijn we aan het zinken?
- Zinken we?

Are we sinking?

- We zijn afgevallen.
- We hebben gewicht verloren.
- We zijn vermagerd.

We lost weight.

We moeten veranderen hoe we voelen.

We need to change the way we feel.

Kunnen we zeggen dat we mediteren.

then we can say we're meditating,

- We zijn beschikbaar!
- We zijn vrij!

- We are free!
- We're free!

- We zijn verloren.
- We zijn verdwaald.

- We are lost.
- We got lost.
- We're lost.
- We've lost our way.

- We moeten vertrekken.
- We moeten gaan.

- We should get out of here.
- We should leave.

We willen blijven wat we zijn.

We wish to remain what we are.

- We willen gerechtigheid.
- We willen rechtvaardigheid.

We want justice.

- We eisen gerechtigheid.
- We eisen rechtvaardigheid.

We demand justice.

- We zijn omsingeld.
- We zijn omringd.

We're surrounded.

- We overleefden.
- We hebben het overleefd!

- We survived!
- We survived.

- Laten we weggaan.
- Laten we uitgaan.

- Let's get out.
- Let's go out.

We doen alles wat we willen.

We do anything we want.

- We beloofden.
- We hebben het beloofd.

We promised.

- We zullen dansen.
- We gaan dansen.

- We'll dance.
- We're going dancing.

- We zullen winnen.
- We winnen wel.

We'll win.

- We overleefden.
- We hebben het overleefd.

- We survived!
- We survived.

- Kunnen we gaan?
- Mogen we gaan?

Can we go?

We hebben wat we nodig hebben.

We've got what we need.

- We zijn studenten.
- We zijn leerlingen.

- We are students.
- We're students.
- We're pupils.

We zien wat we willen zien.

We see what we want to see.

- Kennen we je?
- Kennen we jou?

Do we know you?

- We hadden plezier.
- We hadden lol.

- We had fun.
- We had a good time.

- We gaan ervandoor.
- We gaan weg.

We're leaving.

- We verbouwen rijst.
- We telen rijst.

We cultivate rice.

- We zijn er!
- We zijn hier.

- We're here!
- We're here.

- We gaan morgen.
- Morgen vertrekken we.

- We're leaving tomorrow.
- We are leaving tomorrow.

We boffen dat we nog leven.

We're lucky to be alive.

- We zijn nerveus.
- We zijn zenuwachtig.

We're nervous.

- We missen jullie.
- We missen je.

We miss you.

- Dat snappen we.
- Dat begrijpen we.

We understand that.

- We nemen het.
- We accepteren het.

We'll take it.

- We rouwen.
- We zijn in rouw.

We're in mourning.

We zullen doen wat we kunnen.

We'll do whatever we can.

- Beginnen we eraan?
- Zullen we beginnen?

Shall we begin?

- Laten we drinken!
- Laten we drinken.

Let's drink.

- We waren verwittigd.
- We waren gewaarschuwd.

We've been warned.

- Laten we gaan!
- Laten we gaan.

Let's go!

- We bestellen iets.
- We vragen iets.

We asked for something.

- We zullen wandelen.
- We zullen stappen.

We'll walk.

- We zullen overleven.
- We overleven wel.

- We'll survive.
- We will survive.

- We zullen wachten.
- We wachten wel.

We'll wait.

- We zijn er.
- We zijn hier.

- We are here.
- We're here.

- Zullen we?
- Zullen we dat doen?

Shall we?

- Laten we doen alsof we buitenaardse wezens zijn.
- Laten we doen alsof we vreemdelingen zijn.

- Let's pretend we are aliens.
- Let's pretend we're aliens.

- Laten we doen alsof we buitenaardse wezens zijn.
- Laten we doen alsof we aliens zijn.

- Let's pretend we are aliens.
- Let's pretend we're aliens.

- We vallen hem lastig.
- We storen hem.
- We hebben hem lastiggevallen.
- We hebben hem gestoord.

We disturbed him.