Translation of "يقود" in Dutch

0.003 sec.

Examples of using "يقود" in a sentence and their dutch translations:

إنه يقود بسرعة عالية.

- Hij rijdt heel snel.
- Hij rijdt heel vlug.

جاك لا يقود بسرعة.

Jack rijdt niet snel.

يستطيع أخي أن يقود سيارة.

Mijn broer kan autorijden.

عادةً ما يقود سيارة أبيه.

Hij rijdt vaak met zijn vader's auto.

هل يستطيع أخوك أن يقود سيارة؟

Kan uw broer autorijden?

و يقود هذا إلى الفرق الكبير التالي

En dan komen we bij het volgende grote verschil.

وينشَط مسارٌ آخر يقود إلى شعور سلبي وابتعاد.

en activatie van het andere pad tot negatieve emoties en vermijding.

وكان يقود فوج المدفعية الخاص به في سن 23.

en voerde op zijn 23ste het bevel over zijn eigen artillerieregiment.

في العام التالي ، كان يقود الفيلق السادس للحرب ضد النمسا.

Het jaar daarop leidde hij het Zesde Korps ten strijde tegen Oostenrijk.

لكن يمكنني أن اخبركم أن العمل مع الامم المتحدة قد يقود للنجاح

maar ik kan je vertellen dat het werken met de VN kan leiden tot succes.

في بعض الحالات، يقود الدين الكثير من الأفارقة إلى مدى غير عادي:

In sommige gevallen drijft religie veel Afrikanen tot het uiterste: