Examples of using "يستطيع" in a sentence and their dutch translations:
Tom kan snel rennen.
Hij kan nauwelijks zijn naam schrijven.
Niemand kan mij helpen.
Een beer kan in een boom klimmen.
Hij kan Japans spreken.
Hij kan zwemmen.
Niemand kan hem overtreffen.
Mijn broer kan autorijden.
"Kan iemand mij helpen?" "Ik zal helpen."
maar kan zich niet concentreren vanwege de muziek.
Kan uw broer autorijden?
Men kan altijd wel tijd vinden.
Het is mogelijk. De mens kan het.
Dit houdt hij niet lang vol.
niet iedereen kan daar zo luchtig over doen.
Hij is te moe om te studeren.
Hij spreekt ook Frans.
Net als wij ziet hij niet veel kleur in het maanlicht.
Kan iemand dit woord uitspreken?
"Het is zo verleidelijk, hij kon het niet laten."
Heb je enig idee wie dit zou doen?
Fadil kon niet trouwen met een vrouw die geen moslim was.
want niemand kan de namen van miljarden in één adem uitspreken,
kunnen kinderen nieuwe klanken horen zoals wij later niet meer kunnen.
Hij kan rennen.
Ze zijn verrassend lenig... ...en kunnen een rondje draaien waar ze staan.
Wie van jullie gelooft dat hij harder heeft gewerkt voor mij dan ik voor hem ?!
Omdat hij ziek is, kan hij niet komen.
Maar op warme junglenachten kan hij in het donker actief blijven.
"Wacht even," zei Dima, terwijl hij zijn telefoon tevoorschijn haalde, "ik weet iemand die me wel wat geld zou kunnen lenen."
Hij weet precies hoe hij moet jagen en dominant moet zijn in die omgeving. Hij kan doen wat hij wil.
...maar als we weten hoe we het moeten gebruiken redt het ons in nood.