Examples of using "يبعد" in a sentence and their dutch translations:
- Hoe ver is het naar het vliegveld?
- Hoe ver is het naar de luchthaven?
Hoe ver is het van hier naar het museum?
Haar huis staat een paar kilometer hiervandaan.
Het is altijd goed een vuur te stoken. Het houdt de roofdieren weg...
Maar de dichtstbijzijnde voedplaats kan meer dan 100 kilometer verderop liggen.