Examples of using "نعيش" in a sentence and their dutch translations:
Wij wonen in Marokko.
We wonen in Djibouti.
We leven in een maatschappij.
We leven in het atoomtijdperk.
Als we leven langs de kust,
We eten om te leven, we leven niet om te eten.
Wij wonen tenslotte in Cairns
Ik weet dat we leven in een kapitalistische gemeenschap
We moeten simpel leven zodat anderen simpelweg kunnen leven.
En de erkenning dat we nu in een post-waarheid-wereld leven,
We willen in een wereld leven waarin niets verloren gaat.
Dit is Vancouver; zo ziet het er iedere dag uit.
Maar we werken ook samen, omdat we een samenleving moeten creëren. We zijn geen Robinson Crusoe.
Cultuur is de waarden waar we mee leven. Dat maakt deel uit van de opbouw van een betere maatschappij.